Ongelijkheid in de wereld: de cijfers In 2021 bedroeg het globaal inkomen en vermogen respectievelijk €86 triljoen en €510 triljoen. De statistieken uit het rapport focussen zich op de verdeling van dat inkomen en vermogen over de gehele volwassen wereldbevolking (5,1 miljard individuen). De armste 50 percent van de volwassen bevolking bestaat uit 2.5 miljard mensen. De middelste 40 percent – zij verdienen meer dan de armste 50 percent, maar minder dan de rijkste 10 percent – bestaat uit 2 miljard mensen. De rijkste 10 percent bestaat uit 517 miljoen mensen. De rijkste 1 percent slechts uit 51 miljoen individuen.

‘De rijken worden rijker, de armen worden armer.’

In 2022 is dat nog steeds het geval. Het ‘World Inequality Report’, een project van ‘the World Inequality Lab’ onder leiding van Thomas Piketty, geeft aan dat de inkomens- en vermogensongelijkheid de afgelopen veertig jaar gegroeid is. Daarnaast geeft het rapport ook interessante gegevens mee over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en de ecologische ongelijkheid. Het doel van de auteurs is het informeren van de burgers en zodoende hier verandering in te brengen. In dit artikel gaan we in op de inkomens- en vermogensongelijkheid, in een volgend artikel zullen we de gender- en de ecologische ongelijkheid bespreken.

8 Percent van het globale inkomen gaat naar de armste 50 percent, 52 percent hiervan gaat naar de rijkste 10 percent. 2 Percent van het globale vermogen gaat naar de armste 50 percent, 76 percent hiervan gaat naar de rijkste 10 percent. Het onderzoek toont dus aan dat de inkomens- en vermogensongelijkheid gigantisch groot is. Volgens het onderzoek is het ongeveer even groot als op het hoogtepunt van het Westerse imperialisme aan het begin van de 20ste eeuw. Hoe komt dat? De oorzaak ligt volgens het onderzoek in de extreme concentratie van kapitaal. Met andere woorden: een kleine minderheid superrijken bezit bijna alles. Met nog simpelere woorden: het kapitalisme. De pandemie heeft de ongelijkheid in de meeste landen nog verder vergroot. Tussen 2019 en 2021 is het vermogen van de top 0.001 percent gestegen met 14 percent terwijl het gemiddelde globale vermogen slechts met 1 percent gestegen is. Denk hier nog eens aan wanneer er nogmaals gezegd wordt dat we ‘allemaal in dezelfde boot zitten’.

Ongelijkheid in de wereld: een politieke keuze volgens het rapport

De auteurs beweren dat ongelijkheid geen natuurlijk fenomeen is; de grote ongelijkheid die we vandaag kennen hoeft dus niet te bestaan. In het verleden, na de Tweede Wereldoorlog, werd in West-Europa zelfs een beleid gevoerd dat de ongelijkheid verminderde. De rijken betaalden hoge belastingen en dat werd als normaal beschouwd. Het idee dat de ongelijkheid geen buitengewone proporties mag aannemen werd door alle lagen van de bevolking gedeeld.

Maar… aan alle mooie verhalen komt een eind. In de Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd Koninkrijk nam de economische groei in de jaren ’70 af. Het beleid ging op de schop: vakbonden werden gekortwiekt, het minimumloon kwam in het vizier, belastingen werden verlaagd, regulaties verminderd enz… Een onbeschroomde ondernemerscultuur met als enig doel de voortdurende accumulatie van private rijkdommen kwam in de plaats. De auteurs noemen het de Reagan-Thatcher revolutie, oftewel het neoliberalisme.

De conclusie van de auteurs is de volgende: ongelijkheid is een politieke keuze. Het ene beleid vermindert het, een ander beleid vermeerdert het. Het rapport geeft oplossingen mee: er moet dringend een beleidsverandering komen, politici moeten wakker geschud worden. Hiervoor moeten we niet wachten op een revolutie, we kunnen hier en nu al veranderingen teweegbrengen. Het rapport eindigt met een waarschuwing: de rijken van vandaag zullen in de toekomst ook nog veel economische macht hebben. Economische macht opent de deur voor andere machtsvormen. Dat betekent dat de ongelijkheid dus nog groter zal worden, het is een vicieuze cirkel. Hoe langer we wachten met optreden, hoe moeilijker de cirkel gebroken wordt.

Ongelijkheid in de wereld: geen politieke keuze!

Het rapport bundelt tal van interessante gegevens over ongelijkheid. Dat maakt het een must-read voor alle activisten. De voorgestelde oplossingen reiken echter niet ver genoeg. Het vertrekpunt van de auteurs is nochtans correct: de oorzaak van de ongelijkheid ligt in de extreme concentratie van de macht in de handen van een kleine minderheid superrijken. In het kapitalisme bezitten de kapitalisten de productiemiddelen. Hun macht vloeit hieruit voort. Om de extreme machtsconcentratie, de oorzaak van het probleem (ongelijkheid), aan te pakken zou je van de auteurs het volgende voorstel verwachten: neem de productiemiddelen uit handen van die minderheid (kapitalisten).

Dat is helaas niet wat de auteurs voorstellen. Zij stellen voor om, net als vroeger, een progressief belastingsysteem in te voeren. Hiervoor moeten de politici wakker geschud worden. Een kanttekening: De periode na de Tweede Wereldoorlog is anders dan vandaag. Het was een periode van ongeziene groei. De Westerse politici hadden meer ruimte om toegevingen te doen. Zonder het kapitalisme aan te vallen was het voor hen mogelijk om de ongelijkheid te verminderen. Vandaag is het kapitalisme in crisis; de burgerlijke politici hebben die manoeuvreerruimte niet meer. Hen wakkerschudden heeft geen zin, ze zijn namelijk al klaarwakker. In tegenstelling tot wat de auteurs beweren is het neoliberalisme geen ‘politieke keuze’. Het is het resultaat van een dwingende ‘economische keuze’: de kapitalisten willen namelijk hun hoge winsten behouden. De auteurs hebben wel een punt wanneer ze het volgende schrijven: ‘de rijken gaan, behalve indien ze verplicht worden door een revolutie, landhervorming of een permanent systeem van progressieve belastingen, nooit hun rijkdommen zomaar afgeven.’ Uiteraard kan druk van onderuit politici dwingen om veranderingen door te voeren. Om het kapitalisme te redden zou het mogelijk zijn dat de kapitalistische klasse deze toegevingen maakt. Maar… de geschiedenis toont ook aan dat wanneer de strijd mindert, dezelfde politici (onder druk van hun echte bazen) de eersten zijn om met de rechterhand terug te nemen wat ze met de linkerhand gegeven hebben.

Conclusie

Het neoliberalisme ligt aan de basis van de verscherping van de ongelijkheid, maar in tegenstelling tot wat het rapport beweert is dit niet zozeer een vrije politieke of ideologische keuze. De (links)reformisten die dat beweren beelden zich in dat met een andere politieke keuze binnen het kapitalisme een minder ongelijk kapitalisme mogelijk is. Dat klopt niet, zoals hierboven al vermeld is het neoliberalisme het resultaat van een dwingende economische keuze.

Om voor eens en altijd een einde te stellen aan de ongelijkheid die onze wereld karakteriseert, is een breuk met het kapitalisme nodig. De oorzaak van ongelijkheid is de extreme concentratie van macht in de handen van een kleine minderheid superrijken. Dit aanpakken is het doel van de socialistische revolutie.