De sociale partners, de top van de vakbonden en de bazen zijn het eens over een ontwerp van interprofessioneel akkoord (IPA 2011-2012). "Baanbrekend en historisch", zegt directeur-generaal Pieter Timmermans van het VBO over wat is vastgelegd in verband met de statuten van arbeiders en bedienden, en de studie en de daaraan vastgeknoopte bijsturing van de index. ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw en ACV-voorzitter Luc Cortebeeck zeggen dat ze tot het uiterste zijn gegaan. Of dat volstaat zal moeten blijken wanneer op 1 februari de algemene raad van de christelijke vakbond en op 4 februari de verschillende centrales van het ABVV zich over het akkoord uitspreken.  

Verwerping door socialistische metaal en bedienden

Enkele centrales komen ondertussen reeds naar buiten met scherpe kritieken op het akkoord. Herwig Jorissen, voorzitter van ABVV-metaal, adviseert het ontwerp af te keuren en zegt: “In het huidig ontwerpakkoord worden stappen gezet om de kloof tussen arbeiders en bedienden te verkleinen. De stappen die gezet worden zijn echter te klein en ongeloofwaardig voor de metaalarbeiders. Ze zijn te klein omdat de huidige metaalarbeiders gedurende de komende vijf jaren (overgangsfase) geen voordeel halen bij de voorstellen: ze gelden enkel voor nieuwkomers en de carensdag is in onze sectoren al afgeschaft en de opzegtermijnen blijven voor hen gelijk. Ze zijn daarenboven ongeloofwaardig omdat zelfs in een definitieve fase (na 2016) er nog altijd geen sprake is van een eenheidsstatuut. Dus ook dan blijft het schandalige onderscheid dat zegt dat een arbeider met zijn handen werkt en een bediende met zijn hoofd bestaan. Het huidig ontwerp interprofessioneel akkoord neemt van de bedienden maar geeft de arbeiders niet het eenheidsstatuut waar ze recht op hebben.”

“We stellen vast dat deze tekst op essentiële onderdelen niet overeenkomt met het mandaat dat we aan de leiding van het ABVV hebben gegeven”, stelt de BBTK op haar beurt in een persbericht. De kritiek van de BBTK spitst zich voornamelijk toe op twee dingen: het opheffen van de discriminatie tussen arbeiders en bedienden en de loonvorming. “Een verbetering van het arbeidersstatuut, zeker! Maar zonder achteruitgang voor de bedienden!”, klinkt het. Ook wordt er veel te veel doorgeschoven naar de sociale zekerheid. “Wat neerkomt op het doorschuiven van de rekening naar de werknemers.” Het eenheidsstatuut komt 'nauwelijks verhuld' neer op: minder bescherming voor de bedienden en meer kosten voor de sociale zekerheid. Werknemers ontslaan zou voor werkgevers alleen maar goedkoper worden, aldus de BBTK. Wat de loonvorming betreft, is 0,3 procent in 2012 onvoldoende en de BBTK kan zich evenmin vinden in belangrijke wijzigingen die gepland zijn voor het indexsysteem en vindt in het ontwerp ook niks terug over hogere minimumlonen.

Grenzen patronaat en regering zijn geen natuurwet

De vakbondstop heeft zowel de grenzen van de stijging van de loonkost, opgelegd door het patronaat, als de budgettaire beperkingen, opgelegd door de regering, aanvaard. Wie vasthoudt aan dit kader zal tot de vaststelling komen dat er inderdaad niet veel ruimte is. Daar wringt nu net het schoentje. Moeten we de vakbondstop herinneren aan het feit dat de 25 miljard euro die zal moeten worden bezuinigd in de openbare uitgaven het resultaat is de redding van de bankiers? Dat de notionele interestaftrek jaarlijks zorgt voor een minderinkomst van 5 à 6 miljard euro? Dat het prijskaartje van de verlaging van de patronale lasten jaarlijks wordt becijferd op nog eens 5 miljard euro in 2010? Dat veel bedrijven (vooral de multinationals) nauwelijks of geen belastingen betalen! Om maar te zwijgen over de fiscale cadeaus aan de ondernemingen en de rijken. Met deze kennis van zaken, die de studiediensten van de vakbonden zeker niet is ontsnapt, kunnen de militanten moeilijk begrijpen waarom de ‘budgettaire beperkingen’ werden aanvaard alsof het om een natuurwet ging, zoals de zwaartekracht. Spijtig genoeg hebben onze onderhandelaars zich laten verleiden tot een nieuw staaltje ‘staatsmanschap’.

Sinds het Globaal Plan van 1993 worden de lonen streng in het gareel gehouden. Geen enkele van de partijen (PS en SP.a incluis) die sindsdien de regeringen hebben uitgemaakt, betwistte het gevoerde beleid. Na het aanvankelijke verzet van de vakbonden - een grote algemene staking in 1993 - is de top van ABVV en ACV zich steeds meer gaan neerleggen bij de logica van loonmatiging.

Onderhandelen? Ja, maar niet zonder strijd

Sommige commentaren van Rudy De Leeuw en Luc Cortebeeck bevestigen dat ook deze keer. Rudy De Leeuw zegt: "Wij verdedigen het ontwerp niet. We leggen het voor: dit is wat we uit de brand hebben gesleept. De centrales moeten zich nu uitspreken." Men legt de focus op onderhandelen en vergaderen zonder werkelijk de basis te betrekken en druk uit te oefenen via krachtsverhoudingen. Er zal ongetwijfeld hard en lang onderhandeld zijn en wij willen natuurlijk ook niet in het tegendeel vervallen door te beweren dat onderhandelingen voor niets goed zouden zijn. Kan er echter meer uit de wacht gesleept worden door nog 'beter' of 'sluwer' te onderhandelen?

De vakbondstop heeft bewust gekozen om niet te strijden of te pogen krachtsverhoudingen op te bouwen rond dit IPA. Verdere mobilisaties na de internationale vakbondsbetoging van 29 september ll. hadden hier een belangrijke rol kunnen in spelen maar buiten initiële geruchten en grote woorden bleef het uiteindelijk stil op dat vlak. Zoiets is geen toeval. De vakbondstop is zichzelf steeds meer gaan zien alsof zij zelf de vakbond is. Terwijl vooruitgang voor arbeiders en bedienden in het verleden voornamelijk via collectieve actie zoals stakingen en betogingen werd afgedwongen, verwacht men tegenwoordig alle heil van onderhandelingen. Een belangrijke reden daarvoor is ook dat net door deze onderhandelingspositie men steeds meer vervreemd is van strijdsyndicalisme en zichzelf ziet als een factor die de stabiliteit mee moet helpen te vrijwaren. De volgende uitspraak van Rudy De Leeuw is veelzeggend in dat opzicht: “Ik heb van alles gehoord, maar de index blijft gevrijwaard. Raken aan de index zou trouwens tot sociale onrust leiden en ik denk dat we in dit land al genoeg instabiliteit hebben.”

Op die manier wordt het uitblijven van een regering en eventuele sociale onrust onder dezelfde noemer gebracht. Instabiliteit moet te allen koste vermeden worden en wordt hier in deze logica de reden om mensen vooral het idee te geven dat er niet aan de index zal worden gezeten. In plaats van mensen bewust te maken over mogelijke gevaren wordt er volgehouden dat er niets aan de index verandert, terwijl het ontwerpakkoord laat verstaan dat er na 2012 belangrijke wijzigingen zullen worden aangebracht. De index is dus wel in het vizier.

Zo zegt de onderhandelde tekst dat er onderzocht zal worden “met welke middelen de volatiliteit ervan verminderd kan worden, in het bijzonder op het gebied van de energieprijzen.” In plaats van de energieprijzen in toom te houden, door de bevriezing ervan, wordt er echter gedacht om de gevolgen ervan op de index te verminderen! Weet ook dat de stijging van de energieprijzen zorgt voor superwinsten voor de energiebedrijven. De logica van het IPA moet dus omgedraaid worden.

De verklaringen van Unizo en ander patroonsorganisaties duiden daar bovendien ook op. Dit opent de weg voor een afbouw van de index en een nog strengere controle op de lonen.

Ondertussen wordt er in heel wat bedrijven terug volop winst gemaakt (zie artikel van Frank Roelsartikel van Frank Roels). In het eerste kwartaal van 2010 maakten de bedrijven van de Bel 20 samen 10 miljard euro winst. Volgens de Tijd zullen diezelfde bedrijven een luttele 4,4 miljard euro uitbetalen aan hun aandeelhouders. Het gros van dat geld gaat naar een handjevol grote families.

De oppositie van de twee grote centrales zoals BBTK en de Metaal in het ABVV mag zich niet beperken tot een ‘neen’ zonder meer. Binnen de AC horen we ook sterk verzet. De eerste taak voor deze oppositie is van geen verdeeldheid meer toe te laten tussen bedienden en arbeiders. Dan moet het hele ABVV of een grote meerderheid althans worden gewonnen voor een actieprogramma. Liefst met het ACV of bepaalde centrales ervan. Onderhandelen doe je best vanuit een goede en versterkte krachtsverhouding. Na zoveel maanden onderhandelen is daarom de tijd gekomen voor gemeenschappelijke actie!

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken