In Antwerpen werd op zondag 26 september in het kader van 'Het Andere Boek' een voordracht gehouden over 'Globalisering en Chaos', de recente vertaling van een boek van Ignacio Ramonet, hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique en initiatiefnemer tot ATTAC. Vermits de auteur zelf verstek moest laten gaan, namen Ludo Abicht en Fillip Polk de presentatie voor hun rekening. Beide spreektalenten konden (ondanks de lichte zweem van saloncommunisme die door de zaal waarde) onderstaande voldoende begeesteren om aanstonds na hun uiteenzetting naar de stand van de Groene Waterman (een beetje reclame mag wel, ze worden immers met uitroeiing bedreigd) te hollen en aldaar het boek te kopen. Des te groter was de teleurstelling.

Ramonet tracht in zijn werk op een voor het grote publiek begrijpelijke manier duidelijk te maken wat die modieuze term 'globalisering' concreet betekent, en slaagt daar ook ten dele in. Op apocalyptische wijze schetst hij de wereld aan het einde van het tweede millennium. De beurs, werkloosheid, de val van de Berlijnse Muur, het Internet, etnisch geweld in ex-Joegoslavië, afbouw van de welvaartstaat, de media, pensioenfondsen, de Zappatisten, occultisme, VS-imperialisme, racisme, alles passeert de revue en krijgt zijn plaats in de puzzel genaamd 'globalisering'. Maar de nieuwsgierige lezer zal al gauw merken dat de (ons inziens juist) aangehaalde verbanden tussen deze fenomenen doorgaans niet helemaal tot hun recht komen. Het boek mist aan overtuigingskracht door de pamfletaire, haast beschrijvende stijl. Kriskras, van de hak op de tak scheurt Ramonet over allerlei feiten zonder de drijvende motor erachter bloot te leggen.

Het duiveltje uit de doos

Nochtans lijkt zijn uitgangspunt op het eerste zicht correct: 'Het meest overheersende fenomeen is ongetwijfeld de globalisering, m.a.w. de steeds grotere economische afhankelijkheid tussen landen onderling.' Kenmerken van die globalisering zijn een explosie van internationale geldtransacties, een hallucinante stijging van de beurskoersen en fusies in sneltempo. Waar Ramonet evenwel volledig tekortschiet, is in het verklaren van de redenen tot die boom op de financiële markten. De zogenaamde globalisering verschijnt als een deus ex machina. Achterliggende belangen blijven onbesproken. Deze leemte leidt hem dan ook onmiddellijk naar een volgende dwaling, met name de visie dat het neoliberalisme een uitwas van het kapitalisme is. Wat hem ontbreekt is een klassenanalyse die het neoliberalisme toont als een strategie van de heersende klasse, als hun antwoord op de structurele problemen van het kapitalisme sinds het begin van de zeventiger jaren én op de klassenstrijd.

Dit gebrek doet hem al snel in idealistische vaarwaters verzeilen. In het centrale hoofdstuk betoogt hij dat de motor achter de globalisering het -wat hij noemt- PPOI-systeem is. Dit acroniem verwijst naar vier principes: planetair, permanent, onmiddellijk en immaterieel. 'Alles wordt volgens het PPOI-systeem geregeld: de beurskoersen, de commerciële handel, de valuta, de informatie, de communicatie, de tv-programma's, de multimedia, cyberculture, enz.' Zelf zegt Ramonet dat die principes 'wel wat aan goddelijke eigenschappen doen denken.' Daarmee slaat hij de spijker op de kop. In het marxisme hebben we immers een woord voor zulke theorieën: idealisme. Dergelijke denkwijze verklaart de sociale realiteit vanuit ideeën en principes. Wat daarbij voor het gemak vergeten wordt, is dat achter die ideeën en principes mensen met belangen en verlangens schuilgaan. Net zoals de pseudo-marxisten van de Frankfürter Schule en de postmodernisten meent Ramonet blijkbaar dat alle maatschappelijke uitwassen te wijten zijn aan principes en 'de intolerantie van de rede' of op zijn minst één of andere vorm van denken.

De traditionele ezelsstamp

We zouden dit lijstje van idealisme in 'Globalisering en Chaos' nog voor enkele paragrafen kunnen aanhouden, wisten we niet dat de lezer zich snel zou gaan vervelen. Wie hongert naar meer moet het boek zelf maar lezen. Wat wij eigenlijk het meest van al betreuren, is dat een zonder twijfel zeer geëngageerde persoon met goede intuïties omtrent datgene wat fout gaat in onze wereld, zich toch weer laat leiden door die domme (of beter: uitgekiende) hetze tegen het marxisme. Elk respectabel intellectueel moet kennelijk altijd wel ergens in zijn boek een sneer aan het adres van de marxisten geven. In betreffend geval klinkt deze als volgt: 'De basisprincipes van deze visie (m.n. neoliberalisme) krijg je door een aantal marxistische postulaten toe te passen: een naïef beroep op de wetenschap, de evocatie van een stralende toekomst en de onverschilligheid voor mislukkingen.'

Iemand die min of meer bekend is met Vonk zal direct begrijpen hoe pijnlijk deze woorden overkomen omdat ze op niets anders gestoeld zijn dan laster en onwetendheid. Des te pijnlijker wanneer diezelfde persoon beweert dat 'de economische, financiële en politieke breuklijnen waar de wereldeconomie op gebaseerd is, nog nooit serieus geanalyseerd zijn.' Ja meneer Ramonet, dat mag zo lijken voor wie weigert naar zijn klassiekers te horen. Maar herinnert u het spreekwoord: een ezel kent men aan zijn oren.