Wat te denken van de sociale ministerraad van Raversijde? Is het weer allemaal zo erg? Wordt elke poging tot een sociaal beleid weer afgebroken door die marxisten? Ja, helaas wel. Van dichtbij en met een goede bril kan je er ook niet naast kijken: de sociale maatregelen zullen pas (ten vroegste) in 2005 van toepassing zijn en de financieringsenveloppe laat ook zien dat het over een weinig doortastend beleid zal gaan. De armoede zal dus hoogtij blijven vieren. Vraag is of men iets anders mag verwachten van een paarse regering.

Op zaterdag 20 maart betoogden ACV en ABVV met een duidelijk eisenplatform: geen nepbanen maar goed werk; geen aalmoes maar een degelijke uitkering. Zoals we kunnen lezen in de gemeenschappelijke oproep van AVB en ABVV:

"De situatie is nu alarmerend. Twintig jaar geleden bedroeg de werkloosheidsuitkering 42 procent van het gemiddeld loon, nu is dat nog maar 28 procent; bedroeg een gemiddeld pensioen nog 34 procent van het gemiddeld loon, nu is dat nog maar 32 procent; bedroeg de invaliditeitsuitkering 44 procent van het laatste loon, nu is dat nog maar 33 procent. Daarom is het absoluut nodig om, naast een inhaalbeweging, een jaarlijkse automatische welvaartsvastheid van de uitkeringen in te voeren."

Superministerraad van Raversijde lijkt syndicale eisen tegemoet te komen

"Arbeidsongeschikten, invaliden, beroepszieken en gepensioneerden die langer dan acht jaar van hun uitkering leven, krijgen in 2005 een verhoging met 2 procent. In 2006 wordt het mechanisme uitgebreid voor de mensen die langer dan zeven jaar van hun uitkering leven. In 2007 komen ook zij die langer dan zes jaar van hun uitkering leven aan de beurt." (Financieel Economische Tijd, 22 maart).

Daarnaast zou het leefloon deze legislatuur met 4 procent verhoogd worden. Ook zal er "vanaf 2006 een tweejaarlijks overleg met de sociale partners opgestart worden over de welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens. De sociale partners moeten hierbij rekening houden met de budgettaire context en de evolutie van de werkgelegenheid. Ook mogen de verhogingen nooit hoger uitvallen dan de loonnorm" (Ibid.). De hele resem aangekondigde maatregelen 'kosten' 287 miljoen euro, waarvan de uitgave wel gespreid wordt over de periode 2005-2007 (drie jaar dus). Dit is een enveloppe van bijna 100 miljoen euro per jaar (ofte 4 miljard BEF). Als we weten dat het patronaat jaarlijks 2,68 miljard euro cadeau krijgt onder de vorm van bijdragenverminderingen aan de sociale zekerheid, beseffen we ook beter dat er inderdaad sprake is van sociale kruimels.

Blijft het feit dat de regering de eis van welvaartsvastheid voortaan huldigt. Hoewel, want de uitvoering ervan wordt onderhevig gemaakt aan het sociaal overleg. En hier klemt juist een oud schoentje: de welvaartsvastheid zou automatisch moeten gebeuren, zoals de indexkoppeling. Indien de vakbonden en het patronaat om de twee jaar zouden moeten onderhandelen over de index zou er van dit principe ook niets meer overeind blijven...

De 'welvaartsvastheid', een principe van billijkheid

Wanneer de lonen stijgen omdat de arbeidsproductiviteit stijgt, wanneer de globale koek aangroeit, is het normaal dat uitkeringen evenredig meegroeien. Anders hebben we het niet over solidariteit maar over liefdadigheid. Door dit principe van welvaartsvastheid te koppelen aan sociaal overleg terwijl dit overleg sinds begin jaren '90 in een keurslijf zit met de loonnorm (de loonstijgingen mogen het gemiddelde van Nederland, Frankrijk en Duitsland niet overtreffen) ondermijnt men dus tegelijkertijd het principe.

Bovendien stelt de regering dat de verhoging van de uitkeringen nooit hoger mag uitvallen dan de loonnorm. Dit is een absurditeit vanuit sociaal oogpunt. De loonnorm is steeds een percentage (het laatste akkoord van 2003-2004 gaf een jaarlijkse netto stijging van 1,5 procent). Maar 1,5 procent op een ministerloon van 6.000 euro per maand is een pak meer dan 1,5 procent op 450 of 500 euro! Daarom zou de welvaartsvastheid niet enkel aan de rechtstreekse loonevolutie gekoppeld moeten worden maar ook aan het BBP per capita. Het Bruto Binnenlands Product is een indicator van de globale aangroei van rijkdom. Gedeeld door het aantal inwoners geeft dit aan wat de rijkdom 'per hoofd' betekent. Vandaag is dit in België 25.000 euro op jaarbasis per persoon. Dit is 2.083 euro per maand. Zeer veel mensen verdienen minder dan de helft hiervan. Indien we stellen dat uitkeringen ten minste 40 procent van het BBP per capita moeten bedragen (840 euro); pensioenen ten minste 50 procent (1.040 euro) en het minimumloon ten minste 60 procent (1.250 euro), dan hebben we pas goede referenties om opnieuw te spreken over een 'sociaal beleid'.

Zand in onze ogen

In de huidige context van verrechtsing en aanhoudend neoliberalisme - waarbij uitkeringstrekkers bovendien als profitariaat worden bekeken en behandeld - leek de top van Raversijde zeer sociaal. Alle maatregelen zijn echter enkel toekomstmuziek en zullen maar in voege treden na de volgende verkiezingen of onderhevig zijn aan sociaal overleg. Dit toont ook de ware toedracht van de 'sociale' ministerraad. Na de liberale superministerraad van Gembloux komen de socialisten aan de beurt met mooie beloftes en spelen ze even de bal door naar de bevriende syndicale ABVV-top om deze toch met iets in handen naar de sociale verkiezingen te laten gaan.

De betogers van 20 maart verwachtten ook iets anders dan een gezondheidswandeling aan zee. De sociaal-democratische leiders hadden dit wel begrepen en hebben dus het moeilijkste receptenboek ter hand genomen: veel tralala, een heus schouwspel, een gerecht met veel geuren en kleuren en een paar geraffineerde smaakstoffen. Maar als we de 'sociale' eetgerechten eens echt proeven in plaats van te luisteren naar de officiële proevers (de mediacommentatoren), dan blijkt eens te meer dat we opnieuw met nouvelle cuisine te maken hebben: een groot bord met niets erop!

Het geduld is op!

Als we even stilstaan bij deze maatregelen, dan wordt snel duidelijk dat er überhaupt niet van een sociale logica kan gesproken worden. Waarom krijgt men pas een verhoging als men langer van een uitkering geniet? Omdat men dan meer in armoede is verzonken dan 'in den beginne'? Inderdaad, maar is de betrachting van een dergelijke uitkering juist niet personen - die om welke reden dan ook arbeidsongeschikt werden of gewoon gepensioneerd zijn - boven de armoedegrens te houden? Waarom wachten tot in 2005 of later? De armoede treft de mensen vandaag en niet binnen een jaar of twee-drie. Er werd weinig kritiek geleverd op dit punt. Nochtans lijkt dit ons een van de meest affronterende zaken van deze ministerraad. Om het in beeldspraak te zeggen: als je morgen een bedelaar tegenkomt op straat, zegt de regering: "Volhouden, man! Ik geef je binnen 3 x 52 weken een centje!"

Het feit dat een dergelijke regeringsaanpak als sociaal wordt aangezien zegt veel over de tijdsgeest. Een tijdsgeest waar men eerst rekening houdt met de economische parameters: de begroting, de overheidsschuld, de competitiviteit van de ondernemingen en ga zo maar door. De 'mensen' tellen pas in tweede instantie, en dan nog, niet iedereen op gelijke voet.

Maar deze tijdsgeest is in crisis! De betogers van zaterdag 20 maart waren veel talrijker dan verwacht. Overal zien we signalen in Europa - zie ook de massale betogingen in Duitsland - dat de wereld van de arbeid (en de niet-arbeid) het spaarzame bestaan met noeste flexibiliteit niet meer aanvaardt, dat elke antisociale maatregel nu wordt bestreden, op straat, in de ondernemingen maar ook in het verkiezingshokje (zoals in Frankrijk).

Een sociaal beleid zonder aanhalingstekens

Het feit dat de linkerzijde zo'n beleid mee uitwerkt, erger, zelf uitwerkt, ondergraaft haar positie in de samenleving. Stofzuiger Stevaert zou dus wel eens in panne kunnen vallen, de SP.a afgestraft worden in juni (en het ABVV in mei, ondanks de goede militantenkernen) met een rechts kartel dat in Vlaanderen aan de macht komt. Het is daarom van essentieel belang dat alle kritische krachten in de arbeidersbeweging op 1 mei duidelijk laten horen wat zij verstaan onder een sociaal beleid zonder aanhalingstekens. Anders gezegd: een socialistisch beleid.