pensionesdignasEr zit weer pit in het sociaal protest ten zuiden van de Pyreneeën. Tot voor kort was het politieke toneel daar in de ban van het opgeklopte Spaans nationalisme met een stevige scheut Franco nostalgie. Dit was de reactie van het establishment op de nationaal democratische verzuchtingen van het Catalaanse volk. Ook de sociaaldemocratische PSOE treft hier schuld. De socialistische leiders zwaaiden maandenlang enthousiast met de Spaanse monarchistisch vlag. Toen de Spaanse staat in Catalonië brutaal het referendum van 10 oktober rond zelfbeschikking neerknuppelde, piepte de PSOE niet eens. Podemos en Izquierda Unida, de partijen links van de sociaal-democratie, verborgen zich achter de bestaande grondwet van 1978 om in de praktijk het democratisch recht van de Catalanen te ontkennen. Op hun manier droegen ze bij tot de opflakkering van de onderdrukkende Spaansgezindheid. Maar de giftige wasems van het ‘Españolismo’, aangewakkerd door de koningsgezinde rechtse partijen, trekken weer weg. Het tij is gekeerd. In meer dan honderd steden zijn gepensioneerden de straten opgegaan om een fatsoenlijk pensioen te eisen van de Spaanse regering. De gepensioneerden demonstreerden al op 15 en 22 februari en op 1 maart, ondanks de regen en de kou.

Ouderen nog steeds stout

Tot deze manifestaties werd opgeroepen via hun eigen netwerk, de 'Marea pensionista', later ook met de steun van de vakbonden. De gepensioneerden zijn de jaarlijkse minimale verhogingen van slechts 0,25% zat. Volgens minister Báñez hebben de gepensioneerden op dit moment meer koopkracht dan vóor de crisis en voordat de Partido Popular aan de macht kwam. De realiteit is echter geheel anders volgens de gepensioneerden zelf. De inflatie lag in 2017 rond de 2 procent. De gepensioneerden zien hun koopkracht dus duidelijk dalen. Op borden en spandoeken stond onder meer "Ik ben gepensioneerd, niet idioot!" en "Dieven! Ze stelen onze pensioenen!". De gepensioneerden hebben het helemaal gehad en zeggen dat de Spaanse regering zich zelf niet houdt aan de grondwet waarin staat dat de gepensioneerden een fatsoenlijk pensioen moeten ontvangen. Interessant om weten is dat talrijke activisten in deze nieuwe beweging, oudgedienden zijn uit de strijd tegen de Franco dictatuur van de jaren 70. Bijna 50 jaar later staan ze weer op de bres.

1001 onrechtvaardigheden tegen vrouwen

Toen was er op 8 maart de vrouwenstaking (Huelga Feminista). Natuurlijk niet toevallig op de Internationale dag van de rechten van de vrouw. Redenen genoeg om actie te voeren. De eisen van de vrouwen richten zich tegen de loonkloof tussen mannen en vrouwen en de ondraaglijke druk van het dagelijkse geweld, discriminatie en seksisme op de werkplaats, op school, op de straat en in de media. Ook het huishoudelijk werk van vrouwen kreeg een centrale plaats in het programma van de actiedag. Het staatsapparaat (het gerecht, de politie) zelf werd op de korrel genomen voor haar onverschilligheid of medeplichtigheid in het geweld tegen vrouwen. De opgestapelde woede rond duizend en één onrechtvaardigheden die vrouwen worden aangedaan, barste die dag eindelijk uit. De omvang van deze staking was daarom zonder voorga. Georganiseerd met de steun van de vakbonden staakten naar schatting tussen de 5 à 6 miljoen vrouwen. Maar ook mannen deden mee ondanks het verzet van de Coordinadora Feminista, die enkel vrouwen opriep tot actie. Tijdens de middag- en avondbetogingen daagden in honderdtwintig steden ongeveer 3 miljoen mensen op. Het merendeel vrouwen, maar ook heel wat mannen.

Kritiek op het hele systeem

De rechtse regering weigerde de staking te steunen met het argument dat het een ‘politiek’ en ‘antikapitalistische’ geïnspireerd initiatief was. Sommige leden van de regering steunden de actie wél, maar werden op boegeroep onthaald door de betogers. De bisschop van San Sebastian, in het Noorden van Spanje, veroordeelde de staking als ‘des duivels’! Ja, ingegeven door de duivel… en dit in de 21ste eeuw. Handige hackers lieten een ondubbelzinnig bericht achter op de homepage de website van het bisdom: Dios apoya la huelga feminista (God steunt de vrouwenstaking). Deze vrouwenstaking maakte een einde aan jaren apathie, passiviteit en demobilisatie. De stemming op de betogingen was uitdagend naar het hele systeem toe en bijzonder strijdvaardig. Uit alle volkslagen kwamen vrouwen in actie, in het bijzonder uit de arbeidersklasse. Er werd vrolijk gezongen, de tekst van oude strijdliederen uit de burgeroorlog werden aangepast en veel slagzinnen waren gericht tegen de regering van de PP. Sinds de Indignado beweging of de Mareas (het protest in het onderwijs en de gezondheidssector) in 2011-2012 of de anti-oorlogsbetogingen van 2003 was er nooit meer zoveel volk samen in actie gekomen.

Discussie

Maar de vrouwenstaking bracht meer aan de oppervlakte. Het was een uitlaatklep voor de grote maatschappelijke woede in het land. De sfeer op de betogingen was er een van optimisme. Een journalist van het Catalaanse dagblad El Periódico zag die dag als ‘meer dan een staking, bijna een revolutie’. Een van de slogans die veel werd gescandeerd was ‘sin mujeres, no hay revolucion’ (zonder vrouwen is geen revolutie mogelijk). In de aanloop naar 8 maart werd er veel gediscussieerd over de eisen van de feministische beweging. Sommigen vonden dat de mannen niet moesten meedoen met de staking of dat het huishoudelijk werk moest verloond worden. Onze kameraden van Lucha de Clase verzetten zich tegen deze eis en pleitten voor de uitbouw van voldoende voorzieningen om het werk thuis te socialiseren. Zij denken ook dat vrouwen en mannen SAMEN moeten strijden tegen vrouwenonderdrukking en tegen het kapitalisme. Vooral de Spaanse jongeren (scholieren meestal) radicaliseren snel en massaal. Het sociaal protest bevindt zich opnieuw in het centrum van het politieke toneel. Dat is een goed teken.