• Campagnes

  • Jongeren

  • Azië

  • Nationale kwestie

    "Het is tekenend voor het verval van het kapitalisme dat het nationaal probleem over heel de wereld weer in alle heftigheid opduikt. Zelfs de oudste en schijnbaar meest stabiele kapitalistische staten zoals Groot-Brittannië en Frankrijk krijgen ermee te maken. Problemen die al lang moesten opgelost zijn, komen plots weer aan de oppervlakte. Natievorming is feitelijk een probleem van bij het ontstaan van het kapitalisme. Dat het vandaag nog opduikt, bewijst dat het kapitalisme in zijn seniele fase is getreden, dat het systeem achteruit gaat in plaats van vooruit."

    Hieronder vindt u een overzicht van een aantal artikels die het nationale vraagstuk benaderen vanuit een marxistisch perspectief.

  • Religie

    Ondanks de wetenschappelijke vooruitgang heeft de religie nog steeds een grote vat op miljoenen mensen. Religie geeft mensen immers in vele gevallen de troost van een leven na de dood. [...]

    Het verlangen naar het eeuwige leven is op zijn minst zo oud als de beschaving, misschien zelfs nog ouder. Iets in ons wezen verwerpt het idee dat het ‘ik’ op een bepaalde dag zal ophouden met leven. Dit is heel begrijpelijk: het opgeven van deze wonderlijke wereld vol zon en bloemen – de waaiende wind, het geluid van water, het gezelschap van geliefden – om weg te zakken in een oneindig rijk van ‘niets’ is heel moeilijk te begrijpen, laat staan te aanvaarden. De mens zocht dus al in vroege tijden naar een denkbeeldige eenheid met een niet-materiële wereldgeest waar hij in voort kon leven. Het leven na de dood was een van de sterkste boodschappen van het christendom. Het probleem is dat het leven dat door een meerderheid van mensen in deze samenleving geleid wordt vaak zo hard, zo ondraaglijk en zo zinloos is, dat het idee van een leven na de dood soms de enige manier is om er zich bij neer te leggen.

  • De staat

    Over Lodewijk XIV wordt gezegd dat hij ooit beweerde dat hij de staat was: "L'état, c’est moi". Sinds de val van de feodale monarchieën heeft de staat haar voorstelling aangepast: nu zijn ‘wij’ de staat geworden. Maar wat is die staat eigenlijk?

    Een korte beschrijving: de staat is samengesteld uit personeel van administratieve en militaire ambtenaren die al dan niet verkozen zijn; materiële middelen zoals gevangenissen, kazernes, televisie- en radiozenders, wapens en verscheidene machines; financiën; officiële ideeën; het recht, wetten en regels. De verdedigers van de staat beweren altijd dat deze de gehele maatschappij vertegenwoordigen. [...] Vanaf de eerste schooljaren krijgen we ingelepeld dat we in een democratie leven, dat wil zeggen een politiek bestel waar de regering er een is "van het volk, door het volk en voor het volk", waar de wet gelijk is voor iedereen en waar iedereen zijn belastingen betaalt.

    De staat heeft in de eerste plaats een economische rol: creatie van een financiële en economische infrastructuur, scheppen van een nationale markt, wettelijke bescherming van het privaat eigendom enzovoort. Buiten de economische rol vervult de staat ook nog een functie van integratie en repressie. De staat wil haar onderdanen integreren in de kapitalistische maatschappij. De staat zorgt voor de instemming van diegenen die zij bestuurt, voor zichzelf en voor de maatschappij. De staat gaat als volgt te werk: verspreiding van waarden en gedragingen die ertoe bijdragen dat zoveel mogelijk mensen de kapitalistische economie gaan verinnerlijken en gaan beschouwen als iets dat vanzelfsprekend en natuurlijk is en niet voorbijgestreefd kan worden. Het dagelijkse leven wordt met een fijnmazig net overdekt door instellingen (onderwijs, cultuur, sport, gezondheid) die deze consensus moeten onderhouden. Nuttige sociale instellingen die echter niet neutraal zijn.

    Repressie is natuurlijk het laatste middel waarover de staat beschikt om haar beslissingen uit te voeren wanneer de gewone middelen van overtuiging of omkoperij onvoldoende zijn. Zo ontbloot de staat haar werkelijke aard: waar de onderhandeling en verzoening falen, grijpt het naakte geweld in. In normale tijden is het echter beter "zijn kracht te tonen dan ze te gebruiken". De harde kern van het staatsapparaat – rijkswacht, politie en leger – beschikt over het wettelijke monopolie op het geweld en de wapens tegen de ‘binnenlandse vijand’.

    Of zoals ons document Marxisme en de staat ook stelt:

    De staat heeft niet altijd bestaan. Vroegere samenlevingen hadden er gewoon geen nood aan. Op een zeker niveau van economische ontwikkeling werd het echter noodzakelijk om de samenleving in klassen op te splitsen. De staat was een resultaat van de klassenmaatschappij. Vandaag is de onderverdeling in klassen niet langer een noodzakelijkheid, maar een hindernis op het pad van de verdere ontwikkeling van de mensheid. De taak van de socialistische transformatie van de samenleving is ons bevrijden van deze ketting.

    Om Engels nog een laatste keer aan te halen: “De samenleving die de productie zal reorganiseren op basis van een vrije en gelijkwaardige associatie van de producenten, zal het gehele staatsapparaat terugzetten waar het hoort: in het museum van antiquiteiten, naast het spinnenwiel en de bronzen bijl.”

    Vooraleer het marxisme de staat kan veroveren, moet het echter eerst de arbeidersbeweging veroveren. Het is de taak van marxisten om de arbeiders inzicht te geven in de natuur van de staat, haar geschiedenis, haar aard en functie. Marxisme is immers de theoretische uitdrukking van de arbeidersbeweging, de gids voor de actie.

  • Arbeiderscontrole

  • Imperialisme

     

    De onderdrukking van de Belgische kolonies, Congo in het bijzonder, behoorde tot de zwartste bladzijden van het al zeer zwarte boek van de internationale kapitalistische kolonisatie. De foto hierboven illustreert dit. Dit is het ware gezicht van imperialisme. Maar wat is imperialisme precies? Het artikel Wat is imperialisme? geeft een aanzet:

    Door de arrogantie van Washington [...] lezen we regelmatig in de media opnieuw de term ‘imperialisme’. Veranderende wereldrelaties en relaties tussen de klassen zorgen immers onvermijdelijk voor veranderingen in de ideologie, en de media met hun taalgebruik zijn een onderdeel van de ideologie. Imperialisme is een begrip dat marxisten regelmatig gebruiken. Wij zijn dan ook blij dat deze term terug aan legitimiteit wint, want gebruik van termen is een deel van de ideologische strijd tussen links en rechts. Termen passen in een bepaalde analyse van de wereld, een referentiekader.

    In zijn breedste definitie betekent imperialisme de verovering van andere gebieden, expansiedrang. Historici verwijzen dan bijvoorbeeld naar het Romeinse imperialisme. Marxisten gebruiken deze term echter meer specifiek om te verwijzen naar een bepaald stadium in het kapitalisme, meer bepaald het hoogste stadium van het kapitalisme zoals Lenin het verwoordt in zijn klassiek boek ‘Het Imperialisme als Hoogste Stadium van het Kapitalisme’ uitgegeven in het revolutionaire jaar 1917.

Pagina 2 van 3