Van bij het ontstaan van de arbeidersbeweging kreeg het gezongen woord een cruciale plaats toebedeeld. Doorheen het gezamenlijke gevecht tegen de uitbuiters en bazen steeg de proletariër als het ware boven zichzelf uit en werd deel van een groter geheel. Het samen zingen van liederen als afsluiter van elke vergadering of meeting versterkte dat gevoel van verbondenheid en solidariteit. Strijdliederen zijn de ideale manier om de revolutionaire boodschap helder en eenvoudig over te brengen. Ze bezingen niet enkel het hier en nu maar refereren tevens naar eerdere, historische gebeurtenissen in de klassenstrijd. Er circuleren ook talloze vertalingen of bewerkingen van buitenlandse voorbeelden, wat de internationale dimensie in de verf zet.
Voorwaarts en niet vergeten: Ernst Busch
Naast de Internationale is één van de meest gekende strijdliederen “Het Solidariteitslied” (Voorwaarts en niet vergeten, wat ons sterk maakt in de strijd, bij honger of bij eten, de Solidariteit). Ernst Busch (Kiel 1900-1980), van opleiding monteur, werd beroemd met de uitvoering ervan in de film “Kuhle Wampe”, naar het script van Bertold Brecht en op muziek van Hanns Eisler. Hij had een stem als een klok en kon de massa’s moeiteloos opzwepen met zijn doorleefde vertolkingen. Hij werd actief lid van “De Rode Koren”, een agitpropgroep die onder impuls van Eisler de straat opging om voorbijgangers bij hun optreden te betrekken. Het strijdlied moest voor Eisler de toehoorders aan het denken zetten en discussies uitlokken. Wanneer de passanten uiteindelijk de liederen meezongen was de actie geslaagd! Ernst Busch moest in 1933 voor Hitler op de vlucht en verbleef geruime tijd in Nederland. Hij kon als zanger en acteur aan de slag bij de Vara (socialistische omroep). Busch was een overtuigd communist en had ook een spotlied over de sociaaldemocratie geschreven (Der Revoluzzer – te beluisteren op YouTube) maar dat werd gecensureerd! Via Antwerpen en Moskou kwam hij in Spanje terecht waar hij optrad voor de Internationale Brigades tijdens de Spaanse burgeroorlog. Samen met zijn jeugdvrienden Brecht en Eisler vestigde Busch zich na WOII in de DDR. Hij was een zeer eigenzinnig man met uitgesproken denkbeelden. Hij vertolkte met vuur “Die Partei hat immer Recht”, het officiële DDR-lied, maar terzelfdertijd spaarde hij zijn kritiek op de leiding niet. Van hem is de gevleugelde uitspraak “ Het centraal comité is zo slim dat niet één van hen tot 10 kan tellen! “ Zijn populariteit beschermde hem en hij kon nog voor zijn dood al zijn liederen, ballades en gedichten op plaat laten vastleggen zodat ze niet verloren gingen.
Dario Fo: regisseur, acteur en toneelschrijver tussen de mensen
Italië is naast een prachtige vakantiebestemming ook bekend als de bakermat van de commedia dell’arte. Een theatervorm, die via kolder, plezier en vermaak vooral de heersende klasse te kakken zet. Dario Fo nam de uitspraak van Antonio Gramsci “We moeten weten waar we vandaan komen om beter te begrijpen waar we naar toe moeten” ter harte en vervolmaakte dit improvisatietheater. Samen met zijn vrouw en muze Franca Rame trad hij met zijn gezelschap “Nuova Scène” daar op waar de mensen waren : in scholen, fabrieken, pleinen. Hij luisterde naar wat ze te vertellen hadden, paste zijn teksten aan, leerde hen op een andere manier naar de werkelijkheid kijken. Na honderden voorstellingen zette Dario Fo zich aan zijn schrijftafel en “Mistero Buffo” was geboren. Het is een universeel verhaal: de geschiedenis van Jezus, verteld vanuit het standpunt van de arbeidersklasse. Volgens Fo probeert de mens steeds zijn eigen geschiedenis in te passen in het groter geheel, om te verwerken wat hem overkomen is, om zijn woede te uiten en de onrechtvaardigheid aan te klagen. Hij combineerde een uitmuntende theatertekst met originele werkmanliederen, uit alle streken van Italië. We zijn dan in de jaren 70 van de vorige eeuw: de oorlog in Vietnam, de coup in Chili, de Anjerrevolutie, alles en iedereen is in beweging. Ook in Vlaanderen: het theatergezelschap “De Nieuwe Scène” is op zoek naar vernieuwend materiaal om een stem te geven aan de verandering. Ze komen in contact met Dario Fo en onder impuls van Wannes van de Velde en Jan Rispens ziet de Nederlandstalige versie van “Mistero Buffo” het licht. Wat volgt is een ongekend succesverhaal, maandenlang zijn de voorstellingen uitverkocht.
Een wel zeer verrassende Nobelprijs
In 1997 krijgt Dario Fo tot ieders verbazing de Nobelprijs voor literatuur. Het is uitzonderlijk dat een links-radicaal echtpaar dat verschillende keren een visum werd geweigerd voor de USA wegens “staatsgevaarlijke activiteiten” zo’n eer te beurt valt. Sommige commentaren in de literaire pers liegen er niet om: “Maar dat is helemaal geen literatuur, enkel wegwerptoneel, voor het vermaak van het gewone volk!”. Dario Fo laat het niet aan zijn hart komen en blijft verder werken. In 2014 herwerkt hij een eerder stuk over de figuur van Franscicus en het is met deze monoloog dat Jenne Decleir (zoon van) momenteel op tournee is. Voor een avondje ongegeneerd genieten, ten zeerste aanbevolen!
Ernst Busch “Streit und Kampf” 2001 Barbarossa Musikverlag; Hei Pasoep zingt “Mistero Buffo” 2010; Jenne Decleir “Fransciscus naar Dario Fo” o.a Arenbergschouwburg Antwerpen 26/05/2016