Er is in de pers veel heisa gemaakt over de crisis in de Vlaamse regering over de kinderbijslag, ondertussen omgedoopt tot groeipakket. CD&V voorzitter Mahdi, heeft lange tijd verdedigd dat het moest worden aangepast aan de index, voor hij uiteindelijk toch toegaf om het enkel te laten stijgen met 2 procent. Minister- president Jan Jambon moest op een gegeven ogenblik op een vernederende manier in het Vlaamse parlement uitleggen dat zijn regering er niet in slaagde een akkoord te bereiken.

Laat ons duidelijk zijn: de eis voor de indexering van het groeipakket was honderd procent gerechtvaardigd. Het is gewoon een schandaal dat dit niet wordt doorgevoerd. In deze tijden van inflatie, energiecrisis en terwijl een derde van de kinderen in armoede opgroeien! Maar deze discussie geeft wel een goed inzicht in de manier waarop in de Vlaamse regering politiek wordt gevoerd.

De zesde staatshervorming

Ons land heeft ondertussen al een hele reeks staatshervormingen gekend, die altijd meer bevoegdheden overhevelden van de federale staat (België) naar de gewesten en gemeenschappen (Vlaanderen, Wallonië en Brussel). Bij de zesde staatshervorming van 2014 werd ook de kinderbijslag aan Vlaanderen toegekend. Het gaat om 1,6 miljoen kinderen dus een pak geld, waarvoor de Vlaamse regering de nodige middelen kreeg uit belastingen. Vlaanderen kreeg hierdoor ook de mogelijkheid om een eigen invulling te geven aan de besteding hiervan. “Wat we zelf doen, doen we beter“ zeggen Vlaams nationalisten altijd. Het werd een teleurstelling. Het stelsel werd grosso modo overgenomen zoals het op federaal niveau bestond, met een kleine verhoging van het bedrag voor iedereen. De kritiek uit de sector was scherp: de kinderbijslag kan een uitstekend middel zijn om kinderarmoede te bestrijden, zoals gezegd een probleem bij één op drie Vlaamse kinderen. De Vlaamse regering had hier geen oren naar.

Kinderbijslag vindt ze niet het juiste instrument om armoede aan te pakken. In plaats daarvan wil ze liever werken met de jobsbonus. Wie minder dan 2500 € bruto verdient per maand krijgt een extra van hoogstens 600 € en minstens 20€ per jaar. Door de nieuwe begroting wordt dit in 2023 verhoogd met 100 €. Het plafond wordt verhoogd tot een bruto maandloon van 2.900 euro. Afgezien van het feit dat dit belachelijk kleine bedragen zijn, spoort dit perfect met de manier waarop conservatieven problemen als armoede aanpakken. Zij leggen de verantwoordelijkheid altijd bij de mensen zelf, die maar moeten zorgen dat ze aan werk geraken. Dat bijvoorbeeld eenoudergezinnen dan botsen op gigantische problemen inzake kinderopvang is voor hen geen argument, in tegendeel (zie hieronder). Ze bekommeren zich ook niet om welk soort werk het gaat, integendeel flexijobs en minderwaardige statuten breiden zij stelselmatig uit, worden ruim gesubsidieerd en uitbesteed aan de private sector. Treffend voorbeeld: De dienstencheque-bedrijven waren in 2021 met 1,55 miljard euro de grootste slokop van subsidies.

Besparing op het groeipakket

Vlaamse regering doet er alles aan om een sluitende begroting te hebben. Na de pandemie was dit niet meer mogelijk, maar toch wilde ze het deficit zo klein mogelijk houden. Niet alles moest daarvoor wijken: de subsidies groeien met 5,4 procent tot 7,24 miljard. Hiervan zijn 4,68 miljard € bestemd voor bedrijven. De coronasteun is hier niet bijgerekend. De indexering van het groeipakket daarentegen werd beperkt tot twee procent, terwijl de inflatie rond tien procent uitkomt. Dat is dus hetgeen de Vlaamse regering doet met de nieuwe fondsen die ze ter beschikking heeft: besparen! Toen een storm van protest opstak, herinnerden zij zich opeens de kritieken die er gekomen waren bij de overheveling van de kinderbijslag en voerden zij een compensatie in voor de armste gezinnen. Maar die bedraagt ocharme 6 euro per maand, niet genoeg om de misgelopen indexering op te vangen.

Ondertussen bestaat in Wallonië wel een diversifiëring van de bedragen van de kinderbijslag en worden die wél geïndexeerd.

Kinderopvang

In de Vlaamse kinderopvang zijn er recent enkele schandalen geweest waarbij peuters het leven lieten en kinderdagverblijven gesloten werden. Dat is niet moeilijk te verstaan als elke zorgverstrekker moet instaan voor 8 à 9 kinderen en de inspectie van de kinderdagverblijven chronisch onderbemand is. In feite zijn de kinderdagverblijven zo in een vicieuze cirkel beland. Vermits de lonen tot de laagste in België behoren en het werk zwaar is, bestaat er veel ziekte uitval. Om de zelfde reden vindt men moeilijk nieuw personeel en zijn er te weinig personen die een opleiding volgen. Bijgevolg zijn er crèches die moeten sluiten bij gebrek aan middelen en personeel. Zo wordt het aartsmoeilijk voor ouders om nog een crèche voor hun kinderen te vinden. Ondertussen is de norm in Wallonië en Brussel één kind per 7 zorgverstrekkers. Ook daar is dat natuurlijk nog minder dan het Europees gemiddelde en heeft het recent In Brussel nog geleid tot stakingen tegen de onhoudbare arbeidsomstandigheden.

Een dergelijke vicieuze cirkel is aanwezig in veel sectoren waarvoor de Vlaamse regering verantwoordelijk is, met name in het onderwijs. Het openbaar vervoer is een ander goed voorbeeld waar bezuinigingen stilaan de werking hypothekeren. Het regionaal vervoer (bus, tram, metro) is in België een verantwoordelijkheid van de gewesten. In alle onderzoeken hierover onder andere door Test- aankoop komt De Lijn als slechtste uit de bus. Tec (Wallonië) scoort beter, MIVB (Brussel) zelfs veel beter.

Herfederaliseren?

Begrijp ons niet verkeerd. We hebben dit artikel niet geschreven om te tonen dat Wallonië of Brussel het beter zouden doen dan Vlaanderen. Wat we wel kunnen constateren is dat de verplaatsing van de bevoegdheden naar de gewesten zeker geen garantie is voor een beter beleid. Als Wallonië het iets beter doet op de enkele vlakken hierboven vermeld, dan is dat vooral het gevolg van de druk van een militante arbeidersbeweging. De harteloze politiek van de Vlaamse regering is een weerspiegeling van de druk van een agressief patronaat. Ondertussen zijn er enkele voorstellen om bepaalden bevoegdheden opnieuw te federaliseren. De gezondheids-zorg is één ervan, wat tijdens de pandemie wel heel duidelijk is geworden. Wij zijn daar in grote lijnen voorstander van, zonder echter al te veel illusies te hebben. Het voornaamste voordeel ervan is voor ons dat dit zou leiden tot een grotere eenheid van de Belgische arbeidersbeweging. De druk om te besparen op de kap van de bevolking en ten voordele van het kapitaal zal echter blijven.