ronmeyer 1Op zaterdag 28 november kiest het partijcongres van de SP een opvolger van Jan Marijnissen, die de afgelopen 27 jaar het gezicht van de partij is geweest. Doordat Marijnissen zich terugtrekt uit de politiek, ligt voor het eerst de strijd om het voorzitterschap volledig open. De leden kunnen kiezen uit twee kandidaten. Ron Meyer, FNV’er en de kandidaat van het bestuur, en Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen. Belangrijker dan de keuze tussen de twee kandidaten is de keuze voor de koers van de partij.

In 2006 bereikte de SP haar voorlopige parlementaire hoogtepunt met 25 zetels. Ruim anderhalf miljoen mensen hadden op de partij gestemd en de verwachtingen binnen de partij waren dan ook hooggespannen. Kabinetsdeelname leek voor de hand te liggen. Desondanks zat geen van de andere partijen op een samenwerking met de socialisten te wachten. De overige kapitalistische partijen zaten namelijk niet te wachten op links-reformistische partners die het ‘functioneren van de markt’ verstoren. Zonder serieus in overweging te zijn genomen, moest de SP lijdzaam toekijken hoe het CDA, de PvdA en de ChristenUnie het kabinet-Balkenende IV vormen. Deze teleurstelling is een keerpunt gebleken in de ontwikkeling van de SP.

Sinds 1994 presenteerde de partij zich als een protestpartij en zocht het regelmatig de frontale botsing met het kabinet en de andere partijen. Deze confrontatiekoers zorgde in 2006 voor het grote succes. Maar wel een succes zonder resultaat. Om een herhaling van de teleurstelling van 2006 te voorkomen, heeft de partij een koers naar het centrum ingezet. Stukje bij beetje zijn de scherpe randjes van de standpunten geschaafd en in hun toon is men gematigder geworden. Het doel van deze verandering? Kabinetsdeelname in 2017. Landelijk heeft deze rechtsere koers nog geen succes opgeleverd, maar lokaal is dat een ander verhaal. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen groeide de SP uit tot de grootste partij op links, al werd dit voornamelijk veroorzaakt door de crisis in de PvdA. In een poging om te laten zien dat er prima met de SP samengewerkt kan worden, zijn ze in diverse lokale en regionale coalities gestapt met rechtsere partijen.

De verkiezingen om de voorzittershamer binnen de partij moet in deze context worden beschouwd. Zal de nieuwe voorzitter de koers naar het centrum versterken of juist verleggen naar de linkerzijde? De grote favoriet is Ron Meyer, organisator binnen de FNV. In zijn uitspraken geeft hij aan terug te willen naar een SP met ‘lef en bravoure.’ In een interview met de Volkskrant zegt Meyer: “De SP moet weer de partij worden waar ik in de jaren negentig verliefd op werd. Hier durf ik wil onbescheiden in te zijn: ik breng die bravoure mee van de FNV.” Meyer wil dus terug naar een confrontatiepolitiek van de beginjaren van de partij. Een bemoedigende gedachte. Daarnaast wil hij dat de partij weer zelfstandig acties gaat organiseren. Zelf heeft Meyer daar genoeg ervaring in. Hij organiseerde namens de FNV de succesvolle acties van de schoonmakers en de mobilisering van jonge werknemers voor de afschaffing van het jeugdloon (Young&United). Verder valt in het profiel in de Volkskrant te lezen: “Meyer streeft naar een publieke zorgverzekering, zonder bemoeienis van de zorgverzekeraars. Ook wil hij dat de ongelijkheid kleiner wordt.” Meyer is van het bestuur een gedurfde keuze en eentje die de partij nieuw leven kan inblazen.

De andere kandidaat is Sharon Gesthuizen, sinds 2006 Tweede Kamerlid namens de SP. Behalve de ongelijkheid, wil ze zich ook inzetten voor ‘kleine ondernemers, milieu en homorechten.’ Gesthuizen staat vanwege haar lidmaatschap van de Tweede Kamerfractie symbool voor de meer rechtse koers van de partij. Dat ze de kleine ondernemers als een van haar aandachtsgebieden noemt, zegt veel over hoe zij de rol van de partij ziet. Bovendien presenteert Gesthuizen de partij in een interview met werkgeversorganisatie VNO-NCW als een ‘werkgeverspartij’ en zegt ze voor vrij ondernemerschap te zijn en dan met name voor het midden- en kleinbedrijf. Kleine ondernemers zijn typisch een onderwerp waar de liberalen prat op gaan en waar de SP heel veel terrein zou moeten winnen om tot resultaten te kunnen komen. Terrein dat bovendien vooral aan de rechterkant van de SP ligt.

Indien de SP naar rechts op blijft schuiven, dan worden de verschillen met de PvdA te klein om door het grote publiek opgemerkt te worden. De kans is dan zeer groot dat de partij wordt meegesleept in de val van de PvdA, dat in de laatste peilingen op 13 zetels staat. Bovendien neemt de kans toe dat er aan de vrijgekomen ruimte aan de linkerkant een nieuwe partij opstaat, een Nederlandse versie van Podemos (Spanje) of Syriza (Griekenland). Voor de SP kan zo’n nieuwe partij een geduchte concurrent worden aan de linkerzijde.

De komende jaren worden dan ook cruciaal in de verdere toekomst van de SP. De rechtsere koers is ingezet om de kans op kabinetsdeelname in 2017 groter te maken. Deel uitmaken van een kabinet betekent echter compromissen sluiten. En in het geval van de SP betekent een coalitie automatisch een samenwerking met rechtse partijen en daarmee een verdere verwatering van de socialistische ideologie. Dit kan leiden tot een opstand binnen de partij, waarin de linkervleugel zich zal verzetten tegen de rechtse koers. Waar nu vaak een gebrek aan discussie wordt aangevoerd als kritiek op de sfeer binnen de partij, zal de discussie leiden tot confrontaties tussen linker- en rechtervleugel. Confrontaties die zelfs kunnen leiden tot afsplitsing.

Voor marxisten is deelname aan het parlement een middel, geen doel. Het is een middel om vanaf een groot podium kiezers te winnen voor de socialistische standpunten. In Nederland is de SP vanwege haar naamsbekendheid en ervaring de ideale partij om dit uit te dragen. Maar de afgelopen jaren hebben aangetoond dat deze rol onder druk is komen te staan vanaf de rechterzijde. De voorzittersverkiezingen kunnen voor de SP een middel zijn om de discussie over de ingeslagen koers aan te gaan en afscheid te nemen van het afglijden naar rechts.

Meer analyse over Nederland op www.marxisten.nl