Op maandag 15 juli 2002 interviewde politiek journalist Andrew Marr de beroemde Amerikaanse schrijver Gore Vidal op BBC Four. Het was een opmerkelijk interview door de inzichten die het bood op de huidige toestand van het Amerikaanse kapitalisme.

Marr opende met de hoogst interessant vraag: “Denkt u dat de Verenigde Staten, zoals het Romeinse Rijk, ten onder zullen gaan aan imperiale overexpansie?” Gore Vidal antwoordde verbazingwekkend openhartig. Daarenboven is Vidal goed geplaatst om (al is het maar deels) te kunnen antwoorden. Naast de bekendste levende schrijver van Amerika is hij immers ook een uiterst scherpzinnig politiek commentator en een uitgesproken criticus van het huidige systeem, zonder daarom een marxist te zijn.

In feite behoort Gore Vidal tot een van Amerika's leidinggevende families. Hij is een patriciër van komaf, in opvoeding en cultuur. Zijn vader en grootvader bekleedden hoge politieke posten en hij is verwant met Al Gore, de Democratische kandidaat die eigenlijk de jongste Amerikaanse presidentsverkiezingen won, maar door manoeuvres van Bush en de zijnen van de overwinning werd afgehouden. Zoals Vidal stelt: “Bush bedroog de kiezers. Hij gebruikte een verwant die toevallig controleerde in de staat Florida bij de vaststelling der stemmen. Nadat het resultaat in vraag werd gesteld, gebruikte hij het Opperste Gerechtshof, dat de verliezer als overwinnaar uitriep. Dit was een overduidelijke schending van de Amerikaanse grondwet, die aan het Hoger Gerechtshof zo'n recht niet toekent. Er werd geen aandacht geschonken aan de grondwet, de Bill of Rights of wat dan ook. Alles werd beslist door het ene procent van de bevolking dat Amerika in zijn bezit heeft.”

Zoals we uit deze verklaringen kunnen afleiden is Gore Vidal wat men in de VS noemt een liberaal. Maar iedereen die dit interview heeft gevolgd komt in alle eerlijkheid tot de conclusie dat hij heel wat linkser is dan de meest linkse leider van de sociaal-democraten aan deze zijde van de Oceaan. Zijn persoonlijke betrokkenheid bij Amerika's heersende elite en bij het politieke establishment geeft hem een uniek inzicht in de werking van het systeem. Meer nog, hij is een van de zeldzame vogels die als burgerlijk politiek commentator een visie heeft die verder reikt dan het hier en nu en die de dingen in een ruimer historisch kader plaatst.

Volgens Gore “eindigde de [Amerikaanse] republiek in 1950. Sindsdien kennen we een imperiaal systeem.” Wat zijn nu de voornaamste kenmerken van dit systeem? Ten eerste, de VS komen waar ook ter wereld op agressieve wijze tussenbeide. Volgens zijn opzoekingen hebben de VS sinds 1950 over heel de wereld bijgedragen tot minstens driehonderd oorlogen. En alhoewel de grondwet stipuleert dat om het even welke oorlog vooraf door het Congres [het parlement, n.v.d.r.] goedgekeurd dient te worden, gebeurde dat nooit. In feite was het in 1941, na de Japanse aanval op Pearl Harbor, de laatste keer dat een Amerikaanse president de toestemming aan het parlement vroeg en kreeg voor een oorlog.

Vidal legt dan uit wat wij al lang weten, maar wat nooit wordt toegegeven, namelijk dat president Roosevelt opzettelijk de Japanse aanval op Pearl Harbor uitlokte. “Roosevelt wou dat de VS deelnamen aan de oorlog tegen Hitler, maar hij wist ook dat 80 procent van de Amerikanen daar tegen was. Hij wist dat dit alleen maar met een wrede schok veranderd kon worden, zodat hij besloot de Japanners (die de geallieerden waren van de Duitsers en Italianen) te provoceren tot een aanval op Amerika. Ze sloten opzettelijk Japans olieleveringen af, dan weigerden ze hen ijzerschroot te leveren enzovoort. Zodoende vielen de Japanners aan. Die aanval op Pearl Harbor was Roosevelt veel meer waard dan enkele divisies...”

Vervolgens legt Vidal uit hoe president Truman de VS de Koreaanse Oorlog (“die we verloren”) inloodste door het voor te stellen als een 'politieoptreden' zodat de goedkeuring van het Congres niet nodig was. In plaats daarvan werden de Verenigde Naties aangesproken. Zo vond de militaire agressie van de VS in Korea plaats onder het vaandel van de VN, zoals zoveel daaropvolgende avonturen, tot en met Kosovo.

Als rasverteller beschikt Vidal over de nodige zin voor humor. Een grap wordt bij hem een dodelijk wapen, scherp als een degen. George W. Bush (“Wat hou ik toch van die man!”) is voor hem een onuitputtelijke bron van anekdotes, waarvan ik u er een die nieuw was voor mij en het herhalen waard, zeker niet wil onthouden. Bush over de Fransen: “Het probleem met die kerels is dat ze niet eens een eigen woord voor 'entrepreneur' hebben!”

Vidal zegt het allemaal goedlachs, maar om met de woorden van mijn landgenoot Dylan Thomas te spreken, zijn glimlach snijdt als een scheermes. De vorm mag dan al vermakelijk zijn, de inhoud is bloedserieus. Hij stipt aan dat de zo geroemde Amerikaanse vrijheid vooral denkbeeldig is: drie procent van de bevolking zit opgesloten of loopt voorwaardelijk vrij rond, elektronisch verbonden met de gevangenisdirectie. Er is weinig echte vrijheid. Vrijheid van pers misschien? “De pers en de media zijn in het bezit en staan onder controle van onze 'patroons'. Nooit was het toezicht op de media zo strikt als tegenwoordig. Ze controleren alle informatiestromen, zodat de overgrote meerderheid der Amerikanen niet eens weet wat er gaande is.”

En hoe zit het met de levensstandaard in de VS? “Tachtig procent van de Amerikanen is er op achteruit gegaan sinds 1973. Dat is de datum die doorgaans op de oliecrisis geplakt wordt. Tegenwoordig verdienen man en vrouw tezamen minder dan destijds de man alleen. Anderzijds zijn sommigen fabelachtig rijk geworden. Eén procent bezit alles, zoals de bedrijfsleiders, die nu blijkbaar staan aan te schuiven om de nor in te vliegen [Dit artikel is geschreven vlak na het Enron-schandaal, n.v.d.r.]. Zij worden gevolgd door zo'n 20 procent die het Imperium ondersteunen. Dit zijn de advocaten, journalisten, politici, bankiers enzovoort. De ene procent huurt de 20 procent.”

Gore Vidal ondervond onlangs zelf aan den lijve de Amerikaanse ‘persvrijheid’, toen hij na 11 september een artikel schreef dat de VS het aan zichzelf te wijten hadden, omdat ze Bin Laden en de Taliban sterk hadden gemaakt tegen Rusland. Geen enkele Amerikaanse krant of tijdschrift publiceerde het artikel, evenmin de linkse The Nation, voor wie Vidal al ruim een halve eeuw bijdragen levert. “De media vragen nooit waarom,” zei hij.

“We weten nog altijd niet waarom Japan Pearl Harbor aanviel! Roosevelt lokte de aanval uit, maar volgens de nationale mythologie is hij een heilige, dus zwijgt iedereen. Op dit ogenblik demoniseren we Osama bin Laden, die zeker geen nette jongen is en het op maat geknipte voorkomen heeft. We weten niet echt welk aandeel hij had in de aanslagen van 11 september. Toch zei George W. Bush onmiddellijk: ‘Dood of levend, we zullen hem hebben.’ Wel, ze hebben hem niet gepakt. En het is niet omwille van hem dat Amerika in Afghanistan is. Zo trok een journalist naar Afghanistan, wat hij verondersteld was niet te doen, en vroeg aan een generaal waar Osama nu eigenlijk zat. De generaal herinnerde zich niet eens wie Osama was. Slechts wanneer de verbaasde journalist zijn geheugen opfriste, herinnerde hij zich wat het eigenlijk doel van de missie was!”

Volgens Vidal heeft de Amerikaanse interventie te maken met oliebelangen en het plan om de Kaspische Zee door middel van een pijplijn met de Indische Oceaan te verbinden. “Ze willen stabiliteit in Afghanistan om de pijplijn te bouwen. Die stabiliteit gaven de Taliban hen niet, dus besloten ze hen omver te werpen.” Als verklaring van de Amerikaanse motieven in Afghanistan valt dat wat simpel uit, maar het is vast en zeker zo dat de plannen voor een pijplijn bestonden (of het er ooit van komt, is een andere zaak), en dat er een Amerikaanse maatschappij bij betrokken was. Het lijdt evenmin twijfel dat de VS de Kaspische Zee en Centraal-Azië willen controleren en dat olie en andere zakenbelangen hierin meespelen.

Het doet er niet toe hoe onjuist of onvolledig Gore Vidals analyse is, dat is van weinig belang. Wat door Andrew Marr, een gerespecteerd Brits politiek commentator (en zeker geen marxist) werd beklemtoond is: hoe komt het dat de grootste levende Amerikaanse schrijver (in de woorden van Marr) niet in staat is zijn ideeën in de VS te laten uitgeven? Uiteindelijk heeft hij een reeks artikels gebundeld en in boekvorm laten publiceren in Italië, waar het een bestseller werd. Het boek werd eveneens in andere Europese landen gepubliceerd.

Uiteindelijk werd zijn boek ‘Perpetual War for Perpetual Peace’ wel gepubliceerd in de VS, maar vanaf dan liep het pas echt mis, zoals hijzelf schamper opmerkte. Geen enkele krant wilde het boek bespreken. Publiciteit of advertenties werden nergens aanvaard. Als bekende openbare figuur en tv-persoonlijkheid ontving hij zeven uitnodigingen om in tv-programma's op te treden. Vijf daarvan werden al vlug afgezegd. Ook CNN had hem uitgenodigd om zijn standpunten te bespreken, maar een half uur voor de aanvang werd het programma afgeblazen. De instructies daartoe kwamen klaarblijkelijk van hogerhand uit Washington.

“De burgerrechten zijn ondergraven in ons land. De Bill of Rights werd opgeheven of niet toegepast. Bill Clinton startte dit proces ten tijde van de Oklahoma-bommenlegger. Dan kwam de US Patriotism Act eraan, een document van dertig bladzijden waarvoor niemand de moeite nam te lezen. Het laat de overheid toe willekeurig toezichten, arrestaties en deportaties uit te voeren. Sterker nog, wanneer je de overheid bekritiseert, kan je gearresteerd worden wegens ‘steun aan de vijand’. En het Congres keurde deze wet goed en de president tekende hem onmiddellijk! Maar in de praktijk werkte het niet. Hoe dan ook, we houden in Guantanamo Bay duizenden gevangenen zonder recht op beroep of enige uitweg.”

Wat zijn de besluiten van Gore Vidal? “We zullen bevrijd worden van dit systeem als de economie ineenstort,” zegt hij. “Dat is iets wat onvermijdelijk zal gebeuren, gezien de enorme schuldenberg die we opgebouwd hebben. Dat moet wel op een bepaald ogenblik leiden tot bankroet. Dat ligt voor de hand.”

Het interessantste van alles is een klein detail dat hij wel aan zijn familiale connecties te danken zal hebben. “Tijdens de Tweede Wereldoorlog dienden er 13 miljoen Amerikaanse jongens in het leger. In 1945 zei Roosevelts zoon tegen mij: ‘Je beseft wel dat het enige wat deze jongens kunnen, is doden. Mochten de zaken er voor staan zoals na de Burgeroorlog of de Eerste Wereldoorlog, wanneer de werkloze oud-strijders opmarcheerden naar Washington, dat zou pas herrie betekenen. Als ze thuis komen en er is geen werk, dan slaan ze de hele boel aan diggelen!’” Op basis daarvan wijzigde Roosevelt de hervorming van de sociale zekerheid, waarmee hij volgens Gore Vidal (licht overdrijvend) de klassenstructuren van Amerika hervormde.

Ondanks zijn uitzonderlijke begaafdheid en zijn inzichten, biedt Gore Vidal geen enkele reële oplossing. Zijn enige hoop is dat, zoals in de Depressie van de jaren dertig, een president zoals F. D. Roosevelt, een soort New Deal zou introduceren. “Als dat niet gebeurt, draait het uit op een dictatuur.”

Zo heeft Gore Vidal al bij al het standpunt van de sociale klasse waaraan hij ontsproot, geenszins verraden. In zijn hart blijft hij de Amerikaanse patriciër die een Cassandra-oordeel velt over hoe zijn klasse van dreigend onheil kan worden gered. En zoals de Trojanen ook geen aandacht aan Cassandra schonken, die ze gek waanden, zo bekijkt de Amerikaanse heersende klasse mensen als Gore Vidal: als storende excentriekelingen, die genegeerd moeten worden of doodgezwegen.

Het feit is, zoals Gore Vidal zelf als eerste stelt, dat Amerika al een dictatuur is: een dictatuur van het geld en van de bedrijfsleiders die zelf alle echte beslissingen nemen, terwijl ze de massa de illusie van democratie geven. Maar democratie in Amerika, zoals ook in Groot-Brittannië en elders in het Westen is slechts schijn, een lege doos. Het is, zoals Gore Vidal zich met zijn aanzienlijke kennis der geschiedenis realiseert, zoals de instituties van de Romeinse Republiek in de begindagen van het Rijk, toen de heersers de schijn ophielden het oude regime te verdedigen, terwijl de werkelijke macht in handen van de keizer en het leger lag.

Gore Vidal heeft de verdienste de hypocrisie te onderkennen die deze bewering ondersteunt, evenals het verdorven, uitbuitend en agressieve karakter van het Amerikaanse imperialisme. Hij heeft begrepen dat deze kolos lemen voeten heeft. Hij roept de Amerikaanse heersende klasse op om te stoppen met buitenlandse interventies. Hij is er zich van bewust dat Amerika zichzelf overschat op de wijze zoals het Romeinse Rijk dat deed.

In feite wil hij de klok tweehonderd jaar terugdraaien en Amerika terugbrengen bij zijn oorspronkelijke republikeinse wortels. Zo belandt hij in een houding die tegelijk conservatief en utopisch is. Een uitermate intelligent man als hij moet diep in zijn hart begrijpen dat er geen weg terug is, en moet weten dat wat hij als een oplossing voorstelt helemaal geen oplossing is. Dat is de ware reden van de laag ironie die zo zwaar drukt op zijn betoog. Immers, ironie spruit voort uit de tegenstelling van wat zou moeten zijn en wat is.

Het Amerika van de grote banken en de monopolies kan niet vervangen worden door de wereld van de kleine boer. Andrew Jackson en Thomas Jefferson zijn allang dood en worden niet opnieuw tot leven gewekt door te dagdromen, zelfs niet door het welsprekende dagdromen van een schitterend schrijver. De enige klasse die de 'patroons' kan omverwerpen en de dictatuur van het grote zakendoen kan stoppen is de Amerikaanse werkende klasse.

Ondanks het doodzwijgen in de media is het boek van Gore Vidal nu een bestseller in Amerika met in één week tijd 150.000 via Amazon verkochte exemplaren. Dit vertelt ons veel over de veranderende stemming onder de Amerikanen. Zoals Gore Vidal zegt: “Men moet zich geen zorgen maken over het Amerikaanse volk. Het establishment behandelt hen als gekken, maar ze zijn niet gek.” Zeer juist! Het Amerikaanse volk is niet gek. En de overgrote meerderheid van het Amerikaanse volk bestaat uit arbeiders en bedienden. Ze zullen lessen trekken uit boeken zoals dat van Gore Vidal. Het meest van al zullen ze echter leren uit het allergrootste boek, het boek van het leven zelf. Er staan de Verenigde Staten van Amerika grote omwentelingen te wachten. Wanneer de slapende reus van de Amerikaanse werkende klasse wakker zal worden, zal de hele wereld op haar grondvesten daveren.