Het kapitalisme zit momenteel in een crisis. De westerse economieën worstelen reeds sinds maart 2001 met een sterk afnemende vraag. Ondanks de wensdromen van bankiers en politieke bestuurders is het einde van deze afglijdende economie nog nergens in zicht. Overal zien we dat arbeiders naar huis worden gestuurd wegens gebrek aan werk, sluitingen en saneringen. Een jaar geleden lieten alle economen zich nog lovend uit over de duurzaamheid van de ‘nieuwe’ economie. Een logisch denkende werknemer kan uiteindelijk maar tot één conclusie komen: de kapitalisten begrijpen hun eigen systeem niet.

Het marxisme blikt terug op de gebeurtenissen uit het verleden. We trachten de processen uit de geschiedenis en het heden bloot te leggen, in de samenleving en de economie, met als doelstelling deze processen te verbeteren. Het marxisme heeft er absoluut geen baat bij de stand van zaken te verdraaien omdat dit het overwinnen van de huidige impasse alleen maar in de weg staat. Voor de heersende klasse is precies het tegenovergestelde aan de orde. Zij trachten vast te houden aan de status quo. Een minderheid kan alleen maar een meerderheid domineren indien zij in staat is deze meerderheid ervan te overtuigen dat er geen andere manier van leven is en dat zij leven in de “best mogelijke (kapitalistische) wereld”. Op het gebied van de economische en sociale wetenschappen zorgt dat ervoor dat de ‘bazen’ een blinde vlek ter grootte van een autobus hebben wanneer ze de klassenmaatschappij beschouwen. Ze kunnen en willen de waarheid niet horen of zien, zelfs wanneer deze waarheid hen vertelt dat het systeem dat hun verworven privileges zo beschermt, niet werkt.

Het kapitalisme kent sinds zijn geboorte plotselinge explosieve stijgingen en even plotselinge catastrofale dalingen. Tot op de dag van vandaag is er in nog geen enkel universitair studieboek van de economie een verklaring te vinden voor dit merkwaardige fenomeen. Elke plotselinge ineenstorting is zogenaamd weer toe te schrijven aan bepaalde ‘speciale’ omstandigheden. Het is steeds of een fout van de effectenbeurs, onvoldoende tegoeden, te veel schuld, inflatie, deflatie, een tekort aan olie, een tekort aan vertrouwen enzovoort, enzovoort. De huidige economische crisis wordt dan weer toegeschreven aan het terrorisme. Geen van deze excuses dringen door tot de wortel van het probleem: de kapitalistische productiewijze.

De fundamentele contradictie in het kapitalisme is dat het meer produceert dan wat het kan verkopen met winst. Dit is de fameuze ‘overproductiecrisis’. Om kapitalistische taal te gebruiken, het aanbod overstijgt de vraag. Uiteraard is dit wel een erg bekrompen definitie van het woordje ‘vraag’. Er bestaat nog steeds een enorme vraag naar huizen voor daklozen, vraag naar voedsel voor de hongerigen, vraag naar medicijnen voor de zieken enzovoort. Maar voor een kapitalist betekent het woordje ‘vraag’ alleen maar iets wanneer er keiharde cash tegenover staat. Het kapitalisme brengt zichzelf hiermee in de problemen omdat het produceert voor het profijt en niet voor behoefte.

Waar komt waarde vandaan?

Alle waren in een kapitalistische gemeenschap hebben waarde omdat ze het product zijn van menselijke arbeid. Een steen die opgeraapt wordt van de grond, heeft geen enkele waarde omdat niemand er iets sociaal nuttigs mee heeft gedaan (ongeacht hoe mooi die steen dan wel kan zijn). Indien echter een groepje mensen met hun eigen expertise kleinere stenen uit een mijn omhoog weten te brengen en weer een ander groepje mensen met een andere expertise deze steentjes weten te splijten en te polijsten zodat ze in een ring kunnen worden gezet, is er op dat ogenblik sprake van een erg waardevol product (deze vorm van menselijke arbeid is zelfs zo waardevol dat verschillende groepen kapitalisten er oorlogen over voeren in Afrika).

De arbeidstheorie over waarde mag dan wellicht wat academisch overkomen op dit punt, maar het is een van de hoofdredenen waarom het kapitalisme wél meer dingen kan produceren, maar niet meer mensen kan vinden om deze artikelen aan te verkopen.

Laten we zeggen, je werkt in een fabriek en je verdient 10 euro per uur. In één dag werken, produceer je voor 200 euro aan productwaarde. Dat neemt niet weg dat je maar 80 euro betaald krijgt voor die gewerkte dag. Waar komt nu die andere 120 euro vandaan? Arbeiders worden betaald voor hun capaciteit om werk uit te voeren, en niet voor het door hen afgeleverde werk. We krijgen (net) genoeg geld om van te leven: zo kunnen we een stabiele groep arbeidskrachten op peil houden, die geëxploiteerd wordt door de kapitalisten. De andere 120 euro vormt de winst van de kapitalist. Hij krijgt dit geld enkel omdat hij in het verleden over voldoende geld (kapitaal) beschikte om er fabrieken, uitrusting enzovoort mee aan te schaffen. Maar wezenlijk heeft de kapitalist eigenlijk niets bijgedragen aan het productieproces.

In feite zou het productieproces nog steeds vlotjes doorgaan als je de kapitalist zou verhinderen de winsten af te romen. Dat is zeker niet het geval als je de arbeiders zou verwijderen: er is dan geen sprake meer van een productieproces. Deze extra winst bovenop de lonen wordt meerwaarde genoemd. Nadat een deel van de meerwaarde werd uitgegeven aan villa’s en privé-vliegtuigen voor hemzelf, zal onze kapitalist gedwongen zijn de overgebleven meerwaarde te herinvesteren in het productieproces. Investeringen zijn de drijvende kracht achter de kapitalistische economie, zij helpen de productiviteit van de arbeid te verhogen. Als onze kapitalist niet zou herinvesteren, dan zou hij op den duur niet meer kunnen concurreren met andere meer efficiënte kapitalisten die dit wél doen.

Indien de investering in nieuwe machines de productie 20 procent doeltreffender maakt, dan kan de ‘baas’ 20 procent van zijn arbeiders ontslaan of hun arbeidstijd met 20 procent bekorten, en toch nog evenveel producten leveren. Spijtig genoeg voor onze kapitalist staan zijn winsten echter in verhouding tot de totale hoeveelheid arbeid die er wordt verricht (120 euro per werknemer). Wanneer de kapitalist mensen ontslaat dan zal de verhouding van de meerwaarde ten opzichte van de investeringen afnemen.

Dat hoeft echter geen probleem te zijn zolang de markt groeiende is en de kapitalist nog steeds even veel of meer artikelen in totaal verkoopt (hoewel het rendement per artikel dan afneemt; de recente explosieve groei van de computermarkt was hier een perfect voorbeeld van). Helaas bereikt dit tenslotte een grens; de dalende tendens van de winstvoet leidt er uiteindelijk toe dat een oorspronkelijke relatieve daling van de winsten uiteindelijk een absolute daling wordt.

Arbeiders die 80 euro per dag verdienen, kunnen niet méér computers kopen dan hun inkomen toelaat. Daarom kan de kapitalist zijn producten uiteindelijk niet meer met winst verkopen. Onze ‘arme’ baas wordt daardoor gedwongen zijn fabrieksdeuren te sluiten en nog meer werknemers te ontslaan (Telenet bijvoorbeeld). Terwijl we wellicht intellectuele voldoening halen uit de val van een uitbuitende werkgever, is het duidelijk dat de werknemers in deze situatie nog veel slechter af zijn dan de ‘baas’.

De crisissen van het kapitalisme zijn structureel. Gedurende periodes van economische malaise zal de grotere kapitalist beter in staat zijn om te overleven. Het kapitalisme heeft dan ook de inherente tendens zich te concentreren in een monopolie. Ook trachten ze uit deze crisissen te komen door hun goederen te verkopen op buitenlandse markten. Maar de andere grote kapitalisten doen net hetzelfde en de wereld is nu eenmaal niet groter als zij is. Bovendien ontwikkelt de kapitalist bij het exporteren naar buitenlandse markten een productiecapaciteit in deze landen (zoals in China, Indonesië) die op haar beurt meerwaarde produceert voor de export en daardoor het probleem alleen maar vergroot. Op dat ogenblik bestaat de enige oplossing erin deze buitenlandse markten met geweld te veroveren. Dit was de aanzet tot de Eerste en Tweede Wereldoorlog en dit was het uiteindelijk signaal dat het kapitalisme het potentieel tot het ontwikkelen van een humane sociale samenleving verloren had. Wanneer een systeem zijn toevlucht neemt tot het afslachten van miljoenen mensen om zijn eigen problemen op te lossen dan betekent dit dat er iets grondig fout zit met dat systeem.

Wat is dan de oplossing?

Sommige linkse voorstellen tot hervorming willen de rijken belastingen laten betalen voor sociale programma’s ten voordele van de armen. Deze hervormingen richten zich op het creëren van een vriendelijker en zachter kapitalistisch klimaat. Helaas is er dan nog steeds wel sprake van een kapitalistisch systeem. De meerwaardewet geldt dan nog steeds en de parasiterende heersende klasse ontrekt nog net zoals in het huidige systeem zijn meerwaarde aan de arbeiders waardoor de productie nog steeds in het teken van de hebzucht staat in plaats van de behoeften. Ook zo'n systeem resulteert nog in bloeiperioden gevolgd door catastrofale ineenstortingen die een desastreus effect blijven hebben op het leven van de werkende klasse. Bovendien zal de verhoging van de belastingen van de rijken ertoe leiden dat de investeringen, die de drijvende kracht zijn achter de kapitalistische economie, uitblijven. Indien de belastingen worden verhoogd zal dit leiden tot een ‘kapitaalstaking’ en een volgende economische crisis ten koste van de arbeiders. De bazen zullen hun fabrieken onderbrengen in die landen waar het belastingsklimaat gunstiger is, de arbeidsvoorwaarden en de lonen aantrekkelijker zijn, en waar milieuwetten ontbreken. Het is utopisch te geloven dat de problemen van de kapitalistische economie kunnen worden opgelost door een summiere bijstandsbenadering die het systeem intact laat.

Marxisten stellen voor de productie zodanig in te richten dat zij voorziet in de menselijke behoeften en zij niet langer in het teken staat van de hebzucht van de heersende klasse. De huidige leidende strata van de economie, de 150 grootste banken en bedrijven die 85 procent van de Canadese handel controleren dienen genationaliseerd te worden en aan de democratische controle van de werkende klasse te worden toevertrouwd. De ‘bazen’ kunnen hun fabrieken niet verplaatsen naar bijvoorbeeld Mexico indien de arbeiders deze fabrieken zouden bezetten. Wanneer de meerderheid zich verenigt en collectief besluit tot herinrichting van de economie in het belang van allen, zullen we in staat zijn de armoede uit te roeien. Zelfs onder het huidige ondoordachte chaotische kapitalisme is er genoeg rijkdom aanwezig ter waarde van een derde van een miljoen dollar voor elke familie op deze planeet. Productie voor behoefte zou ons in staat stellen de vicieuze cirkel van de economische crisissen te stoppen, onze werkweek te verkorten en werkgelegenheid voor iedereen te scheppen.

Socialisme is het enige antwoord, sluit je aan en help ons om het op te bouwen.

Dit artikel is vertaald door een sympathisante. Voordien werd het gepubliceerd in het Canadese marxistische blad, L’Humanité. Als iemand van de lezers wat meer te weten wil komen over L’Humanité, dan kunnen ze contact opnemen met de redactie op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.