De burgerlijke strategen hadden zich ingebeeld dat de lockdowns naar aanleiding van COVID-19 slechts een onderbreking zouden betekenen voor de toch al kwetsbare wereldeconomie. Zodra de economie weer op gang zou komen, zou zou de pauzeknop weer uitgezet worden en kon de economie weer als vanouds vooruitgaan. Maar dit is verre van hoe de zaken in werkelijkheid zijn gelopen. De wereldeconomie is nu in de greep van chaos.

Het is lente 2020. De pandemie is begonnen. Grote delen van de wereldeconomie sluiten de deuren. Zowel productie als vraag storten in tot historisch lage niveaus. De olieprijs implodeert en contracten voor toekomstige olieleveranties (de zogenaamde "oliefutures"), worden tegen negatieve koersen verkocht. De sociale situatie is uiterst gespannen en komt vlak na een onheilspellend jaar voor de heersende klasse in 2019. Het risico- en strategisch adviesbureau Verisk Maplecroft schat dat in 2019:

"[Een] kwart van alle landen in de wereld een aanzienlijke toename van sociale onrust" heeft gekend.

Hetzelfde bureau voorspelt dat dit "het nieuwe normaal" zou kunnen worden tot in 2020 en verder. Centrale banken en regeringen overal ter wereld zijn zich er terdege van bewust dat als miljoenen werknemers van de ene dag op de andere hun bestaansmiddelen verliezen, extreme sociale onrust en waarschijnlijk opstand tegen de bestaande orde zullen volgen. Daarom hebben zij besloten alles op alles te zetten door "reddingspakketten" - waarbij triljoenen dollars aan schuld en gedrukt geld worden losgelaten in de wereldeconomie.

In de loop van de volgende twee maanden worden alleen al in de Verenigde Staten meer dan 10 biljoen dollar in de economie gepompt. Dat is tien keer meer dan het bedrag dat in de twee jaar na de Grote Recessie tussen 2008 en 2010 in de economie werd gepompt. Dit geld ging niet alleen naar de bankrekeningen van de financiële sector - het kwam ook in de zakken van consumenten terecht. Veel van dit geld kwam in de vorm van zogeheten "helikoptergeld", zoals in de hulpcheques voor het coronavirus die Trump aan elke Amerikaanse burger overhandigde. Dit werd allemaal gefinancierd door schulden en de drukpers, en leidde tot een explosie van de geldvoorraad.

De gouverneurs van de centrale banken en de strategen van het kapitaal wisten dat dit beleid vanuit economisch oogpunt zeer onverantwoord was. Wanneer de geldvoorraad wordt verhoogd zonder dat de productie gelijke tred houdt, leidt dit onvermijdelijk tot inflatie en economische instabiliteit. Maar geconfronteerd met het gevaar van sociale onrust en de doodsangst om alles meteen te verliezen, vonden ze het beter om de economische problemen op de lange baan te schuiven. De negatieve gevolgen van de enorme stimuleringsmaatregelen zouden dan maar moeten aangepakt worden wanneer zij zich voordoen.

Aanvankelijk werkte de massale stimulans. De vraag explodeerde, vooral in het Westen. Mensen renoveerden hun huizen, kochten fietsen, auto's en computers. De vraag ging in een oogwenk van nul naar honderd. Maar de consumptiepatronen waren veranderd. De vraag, die triljoenen dollars en euro's vertegenwoordigde, verschoof van de ene sector naar de andere, met name van diensten (die door de lockdowns ontoegankelijk waren) naar consumptiegoederen. Tegelijkertijd werden verschillende delen van de productie periodiek stilgelegd om de verspreiding van het virus een halt toe te roepen. Het heel moeizaam opgebouwde netwerk van wereldwijde logistieke ketens viel uit elkaar toen een vloedgolf van "kunstmatige" vraag de markt overspoelde. De bevoorradingscrisis was geboren.

Een delicaat netwerk

De bevoorradingscrisis is het resultaat van de ineenstorting van het zeer delicate netwerk van de wereldhandel. Decennialang - vooral sinds de val van het Oostblok en het toetreden van China tot de wereldmarkt - heeft wat "globalisering" wordt genoemd, zich verder ontwikkeld. Het heeft geleid tot een steeds grotere economische integratie van de hele wereld. Steeds complexere distributieketens, geholpen door zeer lage transportkosten, betekenden dat goederen in één hoek van de wereld konden worden geproduceerd, in een andere in elkaar gezet, in een derde verpakt, in een vierde verkocht, enz. enz.

Een onderdeel van dit proces was ook de ontwikkeling van de zogenaamde "just-in-time"-productie. Het idee was om de voorraden tot het absolute minimum te beperken. In wezen betekende dit het minimaliseren van de vertraging in het proces van kapitaalcirculatie, het versnellen van de omloopsnelheid van het kapitaal en dus het verhogen van het rendement op jaarbasis.

Indien bijvoorbeeld 1 miljoen dollar van het kapitaal van een kapitalist ongebruikt blijft in de vorm van afgewerkte goederen alvorens te worden verkocht, en slechts 10.000 dollar opbrengt bij de verkoop ervan in een jaar, betekent dit een betreurenswaardige verspilling voor de kapitalist. Zolang dit kapitaal ongebruikt blijft, circuleert het niet en wordt er geen winst gemaakt. De kapitalist zou er de voorkeur aan geven dit circulatieproces te versnellen. Als hetzelfde kapitaal in een jaar 20 keer kan circuleren, kan de kapitalist met eenzelfde deel van zijn kapitaal 200.000 dollar verdienen. Hetzelfde geldt voor de goederen - zowel grondstoffen als onafgewerkte goederen - die de kapitalist aankoopt met het oog op de productie. Het heeft geen zin om een voorraad ongebruikt te laten liggen als hij daarmee weg kan komen. Het is beter de voorraden tot een minimum te beperken om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk kapitaal op een bepaald moment ongebruikt blijft, waardoor de omloopsnelheid wordt verhoogd.

Technieken om dergelijke doelen te bereiken zijn in  de laatste tien jaar geperfectioneerd. Eerst begonnen in een paar grote fabrieken zoals Toyota, daarna heeft deze aanpak zich verspreid over de hele wereldeconomie - van de grote producenten tot aan de kleinste eenheden.

Wanneer u bijvoorbeeld vroeger naar de garagist ging om een reserveonderdeel voor uw auto te halen, haalde de garagist het van de plank in zijn uitgebreide voorraad. Maar met "just-in-time"-processen kan diezelfde monteur een grote en dure voorraad vermijden. Hij bestelt het onderdeel gewoon bij zijn leverancier, en die zorgt ervoor dat het de volgende dag al in zijn werkplaats is. Hij heeft dus bespaard op de investering in een aanzienlijke voorraad - kapitaal dat in een ander deel van zijn bedrijf kan worden gebruikt - tegen de prijs van een kleine extra kost in verband met de aankoop van elk onderdeel afzonderlijk.

Maar, zoals we later zullen zien, loste de “just-in-time” productie geenszins de intrinsieke tegenstrijdigheden op die de anarchie van het kapitalistische systeem als geheel met zich meebrengt: overproductie en bijbehorende crisissen. Vanuit het oogpunt van het individuele bedrijf waren de bevoorradingsketens uiterst efficiënt. In plaats van lokale magazijnen, werd de hele wereldcatalogus van goederen hun magazijn. Spijtig voor hen dat deze hele constructie uiterst fragiel is.

Het "bullwhip effect" op steroïden

In discussies over logistieke strategie wordt vaak gesproken over het zogenaamde "bullwhip effect". De term verwijst naar een situatie waarin een plotse piek in de vraag een domino-effect teweegbrengt, met exponentiële schokgolven die te voelen zijn doorheen de distributieketen.

Laten we een voorbeeld nemen: een winkel verkoopt gewoonlijk 250 dozen water per maand. Plotseling stijgt de vraag, de hele voorraad van 250 dozen wordt in één week geliquideerd. De winkeleigenaar is verrast - daarom neemt hij contact op met zijn groothandelaar en plaatst een bestelling van 500 dozen om aan de grotere vraag te kunnen voldoen. De groothandelaar is evenzeer aangenaam verrast door de schijnbaar groeiende markt en plaatst bij zijn distributeur een order voor 1.000 dozen om aan de verwachte vraag te kunnen voldoen. De distributeur plaatst een order van 1.500 bij de fabrikant. De fabrikant plaatst bij zijn leveranciers bestellingen voor grondstoffen die overeenkomen met 2.000 dozen. Een kortstondige stijging van de vraag naar water met 250 kratten - wellicht ingegeven door een week van bijzonder warm weer - heeft dus geleid tot 2.000 kratten aan het andere eind van de toeleveringsketen. Wanneer de vraag volgende maand weer normaal is, zal het effect in omgekeerde richting werken, met massale overproductie als gevolg, waarbij de laatste schakels in de keten misschien zelfs het risico lopen failliet te gaan omdat zij zwaar hebben geïnvesteerd in machines en grondstoffen om te voldoen aan een niet-bestaande nieuwe markt die zij meenden te hebben doen ontstaan.

Hetzelfde proces werkt als een verergerende factor in de huidige situatie, dit leidt tot de extreme knelpunten en tekorten die we momenteel over de hele wereld zien. Maar in dit geval hebben we het niet over slechts één grondstof. Nee, dit is veel ernstiger: we hebben het over een proces dat gelijktijdig in de hele wereldeconomie gaande is. De vraag verschoof niet alleen sterk tussen sectoren en producten, maar werd ook nog eens sterk opgedreven door het gratis geld dat werd uitgedeeld via krankzinnige hoeveelheden stimuleringsmaatregelen van de overheid en de centrale bank. De reeds heersende anarchie van de kapitalistische productie heeft sinds het uitbreken van de pandemie nieuwe hoogten bereikt. Producenten hebben geen kans om de toekomstige vraag in te schatten op basis van gegevens uit voorgaande jaren, aangezien niemand weet of de veranderingen in het consumptiepatroon blijvend zijn.

Aan de aanbodzijde weet niemand of de producenten morgen zullen sluiten wegens nieuwe uitbraken van de Omikron-variant (of de volgende komende variant). En nu essentiële havens zijn gesloten om de verspreiding van de infectie een halt toe te roepen, zijn de internationale logistieke ketens volledig dichtgeslibd. Lege containers staan op de verkeerde plaatsen en schepen moeten wekenlang buiten de havens wachten om hun goederen te lossen. Er heerst grote onzekerheid over wanneer dat grondstoffen, onderdelen en halffabricaten zullen arriveren, of ze morgen komen of over zes tot twaalf maanden weet niemand. Er heerst chaos.

Het bullwhip-effect werkt zich nu met exponentiële kracht door de toeleveringsketens heen, omdat leveranciers ervan uitgaan dat het huidige hogere vraagniveau het "nieuwe normaal" is waaraan zij zich moeten aanpassen. Bovendien hamsteren bedrijven op elk niveau van de toeleveringsketens bewust, uit vrees de productie opnieuw te moeten stilleggen omdat er onderdelen ontbreken - zoals we bijvoorbeeld hebben gezien bij veel merken in de auto-industrie. De grootste spelers met het meeste geld kunnen grote orders plaatsen bij leveranciers die tot ver in de toekomst reiken, waarbij zij voorrang eisen op leveringen aan andere klanten. Hierdoor worden tekorten die het systeem als geheel treffen, nog verergerd. Er zijn geen statistieken over de omvang van het hamsteren. Het enige bewijs is anekdotisch. Maar er bestaat geen twijfel over dat het op grote schaal gebeurt.

Het bestaande productieapparaat kan de vraag niet bijbenen. Wat doet een fabrikant die overspoeld wordt met orders? Naast het verhogen van de prijzen, zal hij zich natuurlijk concentreren op die producten die hem de hoogste marges opleveren: de duurdere high-end producten. Dit betekent dat het aanbod van bepaalde producten zelfs kan dalen - zoals oude computerchips, die worden gebruikt in eenvoudige onderdelen van de auto-industrie zoals dimmers in achteruitkijkspiegels.

Het gecombineerde effect van alle bovengenoemde factoren is het ultieme "bullwhip effect" op steroïden. De kloof tussen vraag en aanbod heeft astronomische afmetingen aangenomen.

Terug naar 'normaal' - maar wat is 'normaal'?

Als de problemen van de wereldeconomie slechts een kwestie waren van een reusachtig "bullwhip effect" in de context van een overigens gezonde groei, dan zou alles vroeg of laat weer normaal worden met een kleine correctie op de markten. Maar de wereldeconomie is geenszins gezond en geenszins "normaal".

Sinds 2008 hebben staten en centrale banken de economieën kunstmatig overeind gehouden door extreem lage rentetarieven en steunaankopen op de financiële markten. Dit was een onverantwoord beleid, bedoeld om de markt een steun in de rug te geven uit angst voor de sociale en politieke gevolgen van een grote economische ineenstorting.

In feite probeerden de centrale bankiers en de regeringen het onmogelijke te bereiken: het wegnemen van een essentieel onderdeel van het kapitalistische systeem - zijn regelmatige crises van overproductie. Deze periodieke rampen maken een wezenlijk deel uit van het kapitalistische systeem. Zonder deze rampen kunnen het kapitalisme en zijn markteconomie niet functioneren - met of zonder het gebruik van just-in-time methoden. Een van de centrale tegenstellingen van het kapitalistische systeem is dat de arbeidersklasse meer waarde produceert dan zij aan lonen ontvangt. Hoewel dit de bron is van de winst die de kapitalisten opbouwen, betekent het ook dat de arbeidersklasse - als de grote meerderheid van de bevolking - niet in staat is de waarde die zij heeft gecreëerd terug te kopen. Natuurlijk, zolang de kapitalisten hun winsten terugploegen in nieuwe productiemiddelen, machines, fabrieken enz. om concurrerend te blijven op de markt en in afwachting van een groter marktaandeel, blijven de raderen draaien. Vraag en aanbod lijken elkaar in evenwicht te houden en overproductie komt niet voor. Arbeiders worden aangenomen om de nieuwe machines te maken, men koopt consumptiegoederen, enz. Men wil ons wijsmaken dat dit een deugdzame spiraal is. Maar al deze nieuwe productiecapaciteit moet er uiteindelijk toe leiden dat er nog meer goederen worden geproduceerd en verkocht dan de massa's die uitgebuit worden kunnen kopen. Zoals Marx zei:

"De uiteindelijke reden voor alle echte crisissen blijft altijd de armoede en beperkte consumptie van de massa's tegenover de drang van de kapitalistische productie om de productiekrachten te ontwikkelen alsof alleen het absolute consumptie potentieel van de maatschappij hun grens vormde."

Op een bepaald moment, zoals in 2008, worden de tegenstellingen die zich hebben opgestapeld te groot en komen ze aan de oppervlakte. In zekere zin is de crisis zelf de tijdelijke oplossing van deze tegenstrijdigheid: zij vernietigt de overproductie, de overcapaciteit en de slechte schulden. Door deze vernietiging wordt de basis gelegd voor een nieuw herstel en een hervatting van de conjunctuurcyclus. De arbeidersklasse betaalt de prijs, maar een dergelijke prijs is onvermijdelijk onder het kapitalisme en is onontbeerlijk voor de werking van het systeem.

Maar zo is het in 2008 niet gelopen. Anders dan in de jaren dertig mocht de crisis haar vuile werk niet doen. De heersende klasse was eenvoudigweg te bang voor de destructieve krachten die zouden worden ontketend. Een tsunami van wanhoop en woede van de arbeidersklasse - vanwege de toegenomen omvang en macht van de arbeidersklasse, vele malen groter dan die van de Grote Depressie - zou de heersende klasse hebben overspoeld. Daarom redde de staat de ondernemingen, en vooral de banken.

Alles wat volgens de logica van het kapitalisme had moeten vergaan in een inferno van faillissement en sociale catastrofe, werd gered door de "zorgzame" hand van de bourgeois-staat. Bergen van schulden werden hoger en hoger. Failliete "zombiebedrijven", banken en zelfs landen konden hun bestaan als economische "levende doden" voortzetten zolang goedkoop krediet in overvloed kon worden verkregen. De aandelenmarkten namen weer een hoge vlucht en stegen tot duizelingwekkende hoogten, ongekend in de geschiedenis. De huizenbubbels werden weer opgeblazen. Alle soorten vermogens namen een hoge vlucht.

Met de reddingspakketten van de regeringen na 2008 werd het risico uit de markten geëlimineerd. De prijssignalen, die in een markteconomie absoluut cruciaal zijn om kapitaal toe te wijzen, werden enorm verstoord of volledig nutteloos gemaakt. Normaal gezien zouden investeerders een extra hoge rente vragen om leningen te kunnen verstrekken aan bedrijven met een slechte kredietrating, wegens het hogere risico. Vandaag ligt de rente op risicovolle obligaties in de Verenigde Staten gemiddeld lager dan de inflatie. Enorme vloedgolven van contant geld spoelen door het systeem op zoek naar rente. Sinds de pandemie en de gigantische stimuleringsmaatregelen die daarmee gepaard gingen, zijn de verstoringen van de prijssignalen vele malen erger geworden. Risico is gewoon geen issue meer voor financiële speculanten. De financiële markten hebben de indruk gekregen dat centrale banken altijd zullen ingrijpen en de markt zullen omkeren als er problemen ontstaan. Dat de markt altijd omhoog en omhoog en omhoog zal gaan. Dit misverstand leek te worden bevestigd door het gedrag van de centrale banken in het voorjaar van 2020, toen zij met hun enorme monetaire giften ingrepen en in zeer korte tijd een historisch diepe en plotselinge beurskrach ombogen in een nieuwe aandelenmanie. Hoe moeten markten en bevoorradingsketens hun weg terugvinden naar een "gezond" evenwicht als de "onzichtbare hand" van de markt eenmaal buiten werking is gesteld? De huidige chaos is dus deels het gevolg van de diepe organische crisis van het kapitalisme, maar deels ook van de politieke reactie van de heersende klasse zelf - die het niet langer aandurft haar eigen economisch systeem te laten functioneren "zoals het hoort", uit angst dat het omver wordt geworpen in de loop van de sociale explosies die zo'n losgeslagen crisis zou veroorzaken.

Globalisering

Door de huidige chaos en onzekerheid zijn grote ondernemingen bezig hun toeleveringsketens te reorganiseren en deze lokaler en regionaler te maken en, in het algemeen, robuuster. Maar dit is niet iets wat van de ene dag op de andere kan gebeuren. En het is zeker niet gratis. Fabrieken moeten worden gesloten en andere moeten worden gebouwd. Dit is een proces dat jaren duurt, geen weken en maanden. Maar de chaos na de pandemie speelt ook in op een reeds bestaande trend: toenemend protectionisme en imperialistische rivaliteit. Sinds het mislukken van de Doha-ronde van de WTO, al in 2001, is de globalisering vertraagd en teruggedraaid.

De crisis van 2008 gaf een verdere impuls aan deze centrifugale krachten. Individuele landen probeerden ten koste van elkaar hun weg uit de crisis te exporteren. Het werd steeds meer een strijd van 'ieder voor zich'. Handelsbarrières werden opgeworpen. Toen Trump in 2016 aan de macht kwam, versnelde hij dit proces door een directe tarievenoorlog tegen China te beginnen in een poging om de groeiende economische reus met politieke middelen tegen te houden en het ervan te weerhouden de dominantie van het Amerikaanse imperialisme uit te dagen. Joe Biden heeft precies hetzelfde beleid energiek voortgezet.

Met andere woorden, zelfs op middellange termijn is het uitgesloten dat de mondialisering en de aanbodketens van vóór de pandemie weer hetzelfde niveau zullen bereiken. De wereldeconomie is een periode ingegaan die meer overeenkomsten vertoont met het begin van de 20e eeuw dan met de twee decennia daarvoor. Dit zal vele gevolgen hebben: lagere productiviteitsgroei, een neerwaartse druk op de winstmarges (die de heersende klasse op lange termijn zal trachten tegen te gaan door de lonen te drukken) en hogere prijzen zo ver het oog reikt. Het is een recept voor klassenstrijd.

Wat staat ons te wachten?

Het zou naïef zijn te denken, zoals de centrale banken ons verzekeren, dat de inflatie die we over de hele wereld beginnen te zien slechts een voorbijgaand verschijnsel is. Zij hebben een inflatiespiraal op gang gebracht door gigantische hoeveelheden geld te drukken en in een economie in chaos te pompen, terwijl de rente kunstmatig laag wordt gehouden. Dit beleid heeft de economie draaiende gehouden en, als “leuke bijkomstigheid”, de rijken spectaculair rijker gemaakt, aangezien de prijzen van alle vermogens stegen. Maar het is niet zonder gevolgen gebleven. De gigantische hulppakketten en monetaire stimuleringsmaatregelen sinds de pandemie bouwen voort op decennia van hetzelfde beleid. De wereldeconomie is al lang verworden tot een soort credit-junkie, en de heersende klasse heeft alles wat zij kon opbrengen in het voeden van deze verslaving gestoken.

In slechts één kwartaal na de pandemie steeg de zogenaamde M2-maatstaf van de geldhoeveelheid in de Verenigde Staten met 16%. In de jaren daarvoor bedroeg het stijgingspercentage ongeveer 3-4% per jaar. Het jaarlijkse stijgingspercentage van de geldvoorraad is nu gestabiliseerd op ongeveer 13% (van augustus 2020 tot augustus 2021). De inflatie in de VS kruipt voortdurend omhoog en heeft op het moment van schrijven meer dan 6% bereikt. Met rentetarieven van iets meer dan 1% en maandelijkse obligatieaankopen van $120 miljard, houdt de Amerikaanse Federal Reserve nog steeds de voet op het gaspedaal van de geldcreatie, ondanks de inflatie. Alhoewel, ze zijn begonnen te praten over het beëindigen van dit beleid... op een bepaald ogenblik.

In de EU zijn de inflatiecijfers tot nu toe lager dan in de Verenigde Staten: 4,1% in oktober voor de eurozone als geheel, en 4,5% voor Duitsland in het bijzonder. Het laatste Duitse PPI-cijfer (oktober 2021), dat een indicatie geeft van de inflatie van de prijzen van Duitse fabrikanten, liet echter een sterke stijging zien met 14,2% op jaarbasis. De laatste keer dat deze index een dergelijk niveau bereikte, was in 1974.

Vroeg of laat zullen de centrale banken het over een andere boeg moeten gooien en moeten proberen de inflatie terug te dringen. Dit zal een stop op steunaankopen en renteverhogingen betekenen. De financiële markten zullen reageren als een junkie die van zijn shot wordt beroofd: ze zullen in shock raken. Stijgende rentetarieven zullen ook enorme gevolgen hebben voor de opgeblazen huizenmarkten in zowel de VS als Europa, waardoor miljoenen werknemers het risico lopen persoonlijk failliet te gaan. Maar de problemen houden hier niet op. In het derde kwartaal waren er tekenen dat de groei in de VS vertraagt. Als dit waar is, zou dit ons in de gevreesde stagflatie brengen. Dat wil zeggen, een economische situatie die gelijktijdige stagnatie en inflatie combineert. Dit is de klassieke Catch 22-situatie voor de gouverneurs van centrale banken: Als je de rente verhoogt om de inflatie aan te pakken, zal dat een toch al zwakke economie in een diepe recessie storten. Als het monetaire beleid wordt versoepeld om de groei te stimuleren, zal dat de inflatie versnellen en de koopkracht van de arbeidersklasse en de winsten van de kapitalisten opvreten, wat via een andere weg in een crisis zal eindigen.

Maar in tegenstelling tot de stagflatie van de jaren zeventig, toen de VS een staatsschuld hadden van ongeveer 30% van het BBP, bedraagt die nu 125%. En het begrotingstekort bedraagt alleen al voor 2021 maar liefst 2,769 biljoen dollar (d.w.z. ongeveer 13% van het BBP van de VS). Cijfers als deze kwamen vroeger voor in de statistieken over failliete en half- failliete onderontwikkelde landen. Nu hebben we het over 's werelds machtigste imperialistische mogendheid en de beschermer van het mondiale kapitalisme. Dit kan zo niet doorgaan.

De ene crisis stapelt zich op de andere. Aan de oppervlakte lijkt het allemaal een aaneenschakeling van ongelukken. Maar dit zijn ongelukken, die een diepere noodzaak tot uitdrukking brengen: decennia van lapmiddelen op alle vlak hebben niets opgelost. Ze hebben alleen maar alle tegenstrijdigheden van het kapitalisme uitgesteld en verergerd. Het systeem bereikt nu zijn limiet en een ernstige crisis nadert aan de horizon.

Het kapitalisme kan alleen functioneren als de natuurlijke en steeds terugkerende crises van overproductie de productiecapaciteit mogen zuiveren en zo de basis leggen voor een nieuwe hausse. Al meer dan twee decennia wordt dat door drie grote crises (2001, 2008, 2020) verhinderd omdat de schulden tot in de hemel worden opgestapeld. De wereld heeft nog nooit zoveel schulden gehad. Dit geldt met name voor de rijke landen. Geen mens heeft ooit meegemaakt wat we nu zien gebeuren. Maar vroeg of laat zal het allemaal op ons neerstorten - zoals we nu al beginnen te zien met de chaos en crisis in de toeleveringsketens, met de inflatie, de klimaatcrisis en de energiecrisis in Europa en Azië. De hele opeenstapeling van lasten zal worden afgewenteld op de werkende klasse, met catastrofale sociale gevolgen.

De hele zaak kan bijna absurd aanvoelen. Maar het heeft geen zin om over de situatie te lachen of te huilen. Het is bovenal nodig om te begrijpen. We moeten de realiteit onder ogen zien zoals die werkelijk is: het kapitalistische wereldsysteem is in wanorde. We moeten ons voorbereiden op een bittere en langdurige klassenstrijd die noch gemakkelijk noch aangenaam zal zijn. Hoe meer we geleerd hebben van eerdere ervaringen, hoe beter we georganiseerd zijn en hoe sterker we zijn, des te beter zullen we in staat zijn om dit gewonde systeem de doodsteek toe te brengen. De anarchie van het kapitalisme uit de weg ruimen is de enige manier om een samenleving te creëren die geschikt is voor mensen: een samenleving waarin we zelf rationele en democratische controle hebben over de economie en onze gemeenschappelijke toekomst.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken