De reactie van de regering en meer bepaald van de socialistische ministers Vandenbroucke en Onkelinckx op de eisen van de betogers van 20 mei is niet ernstig. De kern van hun antwoord luidt: “we hebben al gegeven” (de fiscale hervorming) “en aangezien we vrijgevig zijn, zullen we er nog iets aan toevoegen”. Ze willen vervolgens iedereen in slaap wiegen met een rondetafelconferentie, “want de sociale zekerheid is aan modernisatie toe.”

Nogmaals, deze reactie is niet ernstig. Niet omdat wij als marxisten graag altijd kritiek formuleren maar omdat de eisen van de betogers een ander antwoord verdienen. De stelling dat de fiscale hervorming voor meer sociale rechtvaardigheid zorgt, is onjuist. Een verlaging van de fiscale druk met 10% brengt nog meer sociale ongelijkheid voort, aldus het Centrum voor Sociaal Beleid. De reden is eenvoudig: de drie hoogste decielen zullen jaarlijks tussen de 48.000 en 51.000 frank extra overhouden; de eerste twee decielen “winnen” dankzij het belastingskrediet tussen de 5.000 en 10.000 frank. Het aftoppen van de hoogste belastingschalen geeft meer koopkracht dan het optrekken van de inkomensgrens waarboven men pas belast wordt. Een belastingskrediet van 10.000 frank is altijd meegenomen, zullen de bestaansminimumtrekkers zeggen. Oké, maar het is een ‘ersatzsociale’ maatregel. Tijdens de oorlog was men blij met cichorei in plaats van koffie, maar vandaag leven we niet meer in oorlogstijd. Vandaag swingen de winsten de pan uit (800 miljard in 2000) en groeit de economie. De betoging van 20 mei heeft de vinger op de wonde gelegd: hoe kunnen we nog langer armoede aanvaarden in een samenleving die steeds rijker wordt?

Een beetje gegeneerd door de vanzelfsprekende juistheid van de eisen van het sociaal front, is de SP-top maar gaan meezingen in koor, samen met Agalev. Maar of ze hierrond een regeringscrisis zullen uitlokken, is een ander paar mouwen... Daarom is de rondetafelconferentie natuurlijk een handige zet: “We zitten in een coalitie met de VLD, laten we de rondetafel aanwenden om de liberalen onder druk te zetten, beste vrienden van het sociale front”, fluisteren Vanden-broucke en Onkelinckx, terwijl ze anderzijds zo luid mogelijk brullen dat ze al een aantal kleine uitkeringen hebben opgetrokken. Maar 3% opslag over drie jaar kan men moeilijk een sociale symfonie noemen, beste ministers! Vorig jaar bleef er 30 miljard over in de jaarrekening van de SZ; de regering wenst dit bedrag te spenderen aan schuldterugbetaling. Wij vinden dat dit bedrag in eerste instantie ten goede moet komen aan de armsten in de samenleving en niet aan de speculanten die slapend rijk worden dankzij de schuldaflossing.

De rondetafel over de modernisering van de sociale zekerheid is een instrument om de krachtsverhouding van 20 mei te verdrinken in oneindige palavers. De modernisering van de sociale zekerheid is hier de toverformule waarbij iedereen stil moet luisteren naar meester-goochelaar Frank Vandenbroucke. Hij haalt de mooie woorden “universaliteit” en “billijkheid” uit zijn doctoraat. In de praktijk betekent dit het verruimen van een minimale bescherming die eerder op een aalmoes lijkt dan op een sociale bescherming. Maar wie zal dat opmerken, denkt Frankie... Inderdaad, de notie van “billijkheid” en gelijke kansen zijn hier zeer nuttig: de overheid zet zich in om iedereen bij het vertrek “gelijke kansen” te bieden en als er bij de aankomst ongelijkheden zijn, nou ja, dan is dit de fout van het individu, nietwaar. Vandaar ook de voorliefde om de nadruk te leggen op “verantwoordelijkheid”, of de uitspraak: “er zijn geen rechten zonder plichten”. Maar waren sociale rechten dan geen grondwettelijke rechten (art. 23)? En wanneer gaat het kapitaal zijn plichten eens inwilligen? Is dit een domme vraag? Als je ervan uitgaat dat de economie en de competitiviteit van de ondernemingen de alfa en de omega van het sociaal beleid vormen, dan is er natuurlijk geen enkele reden om het kapitaal wat meer te belasten en de rijkdom te herverdelen. Dan kun je natuurlijk enkel maar de slachtoffers van de crisis en de herstructureringen beschuldigen en op droog zaad zetten, zodat ze tenminste toch iets aan de samenleving zouden opbrengen. Maar een dergelijk beleid is even sociaal als het Scheldewater drinkbaar is, of anders gezegd, het is een hypocriet liberaal en pro-patronaal beleid.

Verarming als voorwaarde van verrijking

België is vandaag driemaal zo rijk als in de “golden sixties”. De laatste jaren waren topjaren voor de bedrijven. Maar de armoede is er niet op achteruitgegaan, integendeel. Van de actieve bevolking leeft 18 % onder de (Europese) armoedegrens (27.000 Fr) en niet 6 of 7% zoals de officiële instanties altijd stellen (op basis van een ander statistische methode die enkel het gezinsinkomen hanteert). Onder gezinnen die een arbeidsinkomen met een vervangingsinkomen cumuleren (57% van de uitkeringstrekkers) zijn de uitkeringen steeds minder toereikend om niet in bestaansonzekerheid te vervallen. Ondanks de sociale zekerheid steeg de bestaansonzekerheid bij gezinnen met een vervangingsuitkering van 8,6% in ’85 naar 15,2% in ’97, terwijl dit bij huishoudens met uitsluitend een werkloosheidsuitkering (alleenstaanden en gezinshoofden) in dezelfde periode steeg van 30% naar 58%. Vandaag leeft 37% van de werklozen in armoede tegenover 19,7% in ’85. Om deze problemen te verdoezelen, grijpt de regering opnieuw naar de “blame-the-victim”-aanpak (beschuldig het slachtoffer): als er nog armen en werklozen zijn, dan is het hun “eigen fout”. Met andere woorden, ze zouden niet genoeg “inzetbaar” zijn, of om het brutaler te zeggen: ze zijn dom, werkonwillig of het zijn sukkelaars. Te lang hebben opeenvolgende regeringen samen met de patroons de werkloosheid met armoede bestreden. Bij elke eis om de uitkeringen op te tillen antwoordden ze immers met het argument: “De beste remedie tegen armoede is de werklozen opnieuw aan het werk helpen”. Dit is een vals argument want de aangeboden tewerkstelling is dikwijls zeer slecht betaald en altijd onzeker (tijdelijke contracten, interim-arbeid...). De regering schuift de verhoging van de activiteitsgraad als horizon naar voren. Alsof een verhoging van de activiteitsgraad hetzelfde is als een daling van de werkloosheidsgraad. Wij zijn voor 0% werkloosheid of volledige werkgelegenheid! Maar 100% activiteitsgraad betekent iedereen laten werken van 15 tot 75 jaar. Deze hel wordt voorgesteld als sociale vooruitgang!

Geen deelname aan de rondetafel zonder klare wijn over de eisen van 20 mei!

Dat de vakbeweging het initiatief nam om de uitkeringen omhoog te trekken, is in dit opzicht het gepaste antwoord. De eisen van de betoging waren duidelijk (zie het artikel "Strijden voor Socialisme"), de regering moet een duidelijk antwoord formuleren: ja of nee. Om dit af te dwingen, mogen de organisaties van het sociale front van 20 mei NIET deelnemen aan een rondetafel zonder eerst een aantal garanties te bekomen over de grond van de zaak. Daarom zou de vakbondstop beter de juiste vragen stellen aan de regering in plaats van “geschokt” te zijn of tranen met tuiten te huilen. “De betoging van 20 maart is pas het begin,” brulde Nollet daags voordien op het congres van de CMB. “Als de regering niets doet, dan gaan we staken!”. We zijn de stoere taal van Nollet gewoon op congressen. Wie ook deelneemt aan studiedagen op universiteiten hoort een andere Nollet, die zeer vriendelijk spreekt tegen de vertegenwoordiger van de Ministers of de voorzitter van het VBO, mijnheer Vandeputte zeer gemoedelijk aanspreekt met “Tony”.

Juiste vragen aan het adres van Vandenbroucke en Onkelinckx zijn ons inziens:

1- De betogers eisten een ONMIDDELLIJKE inhaalbeweging. Zal de regering deze haalbare maatregel binnen deze legislatuur uitvoeren of niet?

2- De betogers eisten welvaartsvastheid of de verbinding van de uitkering met de lonen. Zal de regering die invoeren of niet? Het is overigens een relatief symbolische maatregel, aangezien de loonevolutie niet bijster positief is. Kijken we maar naar het interprofessioneel akkoord en de CAO-ronde in de privé-sector...

3- De regering zegt maatregelen te willen nemen in de ziekteverzekering. Oké, maar gaat de regering ook de lobby’s van de farmaceutische industrie aanpakken en bijvoorbeeld merkvrije medicaties toelaten die veel goedkoper zijn?

4- De regering zegt op fiscaal vlak een sociaal beleid te voeren. Waarom zwijgt ze in alle talen over de vermogensbelasting? (1)

Een herverdelingsbeleid is haalbaar

Er is geen “modernisering” van de sociale zekerheid zonder bescherming van de verworvenheden. Op dit vlak moet de sociale zekerheid opnieuw een waardig leven garanderen voor ouderen, zieken, invaliden en werklozen. De sociale zekerheid moet opnieuw een barrière vormen tegen de willekeur van de markt, tegen het dwangmatige van de loonarbeid. De krachtsverhouding na Wereldoorlog II hebben het sociale zekerheidstelsel mogelijk gemaakt. Vandaag moeten we nieuwe krachtsverhouding opbouwen om te vermijden dat de sociale bescherming wordt opgedeeld in enerzijds een armoedezorg met minimale pensioenen en uitkeringen en daarnaast private fondsen en verzekeringen die met de spaarcenten van de arbeidersklasse gaan lopen om ze op de beurs te versmossen.

Een dergelijk beleid mag niet mede ontwikkeld worden door diegene die zich sociaal, laat staan socialist noemen. De winsten werden gemaakt op de rug van de werkers, dankzij de loonstop en de loonmatiging, de ontmanteling van de sociale zekerheid door de onvoorwaardelijke vermindering van de patronale lasten op de arbeid, de alomtegenwoordige flexibiliteit en de verhoging van de intensiteit van de arbeid. Tegenover de accumulatie van rijkdom aan de ene kant van de samenleving staat de verarming van de invaliden, zieken, werklozen, steuntrekkers en gepensioneerden aan de andere kant. “Rechtvaardig besturen, betekent keuzes maken”. De eerste keuze die elke socialist moet maken is de volgende: absolute prioriteit verlenen aan de sociale noden. Dit is de maatstaf voor een echt sociaal beleid. Alles is hieraan ondergeschikt, ook en vooral de winsten van de patroons. Vergeet niet dat die winsten het resultaat zijn van het zweet, het bloed en de tranen van de werknemers, letterlijk! Kijk maar naar het aantal dodelijke arbeidsongevallen in de bouwnijverheid: 35 dodelijke ongevallen in 2000, acht meer dan in 1999 en elf meer dan in 1998.

Beginnen aan de bron

De herfinanciering van de sociale zekerheid vergt in de eerste plaats de stopzetting van de vermindering van de patronale bijdragen! Stopzetting van de plunderingen in het sociale loon en nieuwe inkomsten nu! Gaat het kapitaal wegvluchten? Zich elders vestigen? Het wordt maar ten dele geïnvesteerd en vlucht in grote massa’s naar de beurs. Om de rijkdom opnieuw sociaal aan te wenden, zal men de geldmuur moeten slopen. Niet met papieren tijgers zoals “ethisch bankieren” en “sociale labels” maar via maatschappelijke controle, waarbij de arbeidersbeweging opnieuw aan politiek doet. Een politiek in dienst van de sociale meerderheid. Het afromen van niet geïnvesteerde winsten via een heffing op de pay-out aan de aandeelhouders zou een goed begin zijn. Waarom niet? Is het kapitaal dan een heilig huisje en al de rest eraan onderworpen? Er zijn toch talrijke indexspongen geweest in de jaren ’80...

(1) - Een herverdelingspolitiek vergt een vermogensbelasting zoals het ACV vraagt in haar petitie. Wie in deze paarsgroene regering durft dit naar voor schuiven? Ecolo dacht een slimme tactische zet te hebben gedaan door net voor 1 mei een plan voor te stellen voor de verhoging van het bestaansminimum en de minimale sociale uitkeringen met zo’n 80 miljard door de bestrijding van de fiscale fraude. Maar hoe gaat deze regering de fiscale fraude bekampen? Het personeelsbestand blijft in grote mate ontoereikend en het computerpark is verouderd, aldus de syndicalisten uit de sector. Men kan de fiscale fraude niet efficiënt bekampen (de fiscale ingenieurs ten dienste van de bedrijven vinden duizend en één trucs om de wetgeving te omzeilen) zonder de opheffing van het bankgeheim en zonder een effectieve controle op de financiële verrichtingen door de bankbedienden zelf, samen met hun vakbonden.