De Duitse regering wordt gedwongen warm water te rantsoeneren, straatverlichting te dimmen en speciale verwarmde hallen in te richten voor mensen die zich geen centrale verwarming kunnen veroorloven. Dit in een land waar de wintertemperaturen regelmatig tot ver onder het vriespunt dalen. Veel Duitsers slaan hout in om te stoken, omdat velen voorspellen dat de gasvoorraden begin 2023 volledig of bijna zullen opraken. Dit zijn de grimmige vooruitzichten voor de arbeidersklasse in de grootste Europese economie.

Het gecombineerde effect van de algemene inflatie, de oorlog in Oekraïne en de Russische sancties doet de gasprijzen wereldwijd de hoogte in schieten. Het Nederlandse TTF-gascontract, dat op de Europese markten als benchmark wordt gebruikt, wordt verhandeld tegen een prijs die tien keer hoger ligt dan het gemiddelde in het decennium 2010-2020. Dit alles leidt tot wat Alex Munton, een analist van de wereldwijde gasmarkten, omschrijft als:

"...de meest extreme energiecrisis die zich ooit in Europa heeft voorgedaan... [die] het zeer reële vooruitzicht stelt niet over voldoende gas te beschikken wanneer dat het hardst nodig is, tijdens het koudste deel van het jaar."

Deze omstandigheden betekenen dat Duitsland afstevent op een crisis op alle niveaus: sociaal, economisch en politiek. Een land dat ooit een steunpilaar van stabiliteit was, is samen met de rest van de wereld in een staat van chaos en ontwrichting terechtgekomen.

Duitse afhankelijkheid van Rusland

Duitsland is in de afgelopen periode steeds afhankelijker geworden van Russische energie. Vlak voor de invasie van Oekraïne ontving Duitsland een derde van zijn olie en meer dan de helft van zijn gas uit Rusland. Deze twee brandstoffen samen voorzagen in 60% van zijn energiebehoefte. Deze afhankelijkheid is geen toeval: Russisch gas is de goedkoopste bron van brandstof.

De zware industrie is goed voor 30,7% van het BBP van Duitsland en deze sector slurpt 37% van het gasverbruik van het land op. Veel van wat wordt geproduceerd, wordt uiteindelijk geëxporteerd: Duitsland de op twee na grootste exporteur ter wereld is. Zoals de president-directeur van een groot chemisch bedrijf het formuleerde:

"Laaggeprijsde energie heeft Duitsland rijkdom gebracht." (!)

Uiteraard hebben de Duitse kapitalisten het overgrote deel van deze rijkdom opgeslokt.

De oorlog in Oekraïne is een proxy-oorlog tussen het Russische imperialisme en het veel sterkere VS-imperialisme, dat vecht "tot de laatste druppel... Oekraïens bloed". Omdat de VS en hun bondgenoten niet met soldaten ter plaatse willen ingrijpen, hebben ze in plaats daarvan economische sancties tegen Rusland afgekondigd, terwijl ze voor tientallen miljarden dollars aan wapens naar Oekraïne sturen.

Aangezien Poetin ook niet bereid is tot een grootschalige oorlog met het VS-imperialisme, die de nucleaire vernietiging van beide partijen zou veroorzaken, neemt hij als vergelding zijn toevlucht tot economische middelen. De controle van Rusland over een groot deel van de energiemarkt is een van de beste kaarten in zijn hand. Maar ondanks de krokodillentranen in de Westerse media, heeft het Westen vaak methoden van economische oorlogsvoering tegen zijn tegenstanders gebruikt. De 60-jarige economische blokkade van Cuba is slechts één voorbeeld.

Nu de westerse landen de invoer van grondstoffen zoals brandstof proberen te beperken, is het vanuit Poetins standpunt bekeken ook logisch dat Rusland de uitvoer beperkt, aangezien dit de prijs opdrijft. Ondanks de verminderde uitvoer van brandstof naar Duitsland, haalt Rusland naar schatting 800 miljoen dollar per dag binnen. Dit ten gevolge van de gestegen prijzen voor olie en gas en het feit dat landen als India en China meer verbruiken.

Rusland heeft geprobeerd zijn vijanden de duimschroeven aan te draaien door de gasleveringen als wapen te gebruiken. Gazprom, dat in handen is van de Russische staat, beheert ongeveer 20% van de Duitse gasopslagcapaciteit en volgens Robert Habeck, vicekanselier van Duitsland, zijn deze de afgelopen winter "systematisch leeggehaald". Daar komt nog bij dat Gazprom de gasstroom naar Duitsland langzaam heeft verminderd tot slechts 20% van de capaciteit.

Bloomberg beweert dat "ingewijden" in het Kremlin dit opzettelijk doen om druk uit te oefenen op de EU. Hetzelfde artikel citeert Andrey Kortunov, van de Russische Raad voor Internationale Zaken, die is opgericht door het Kremlin. Hij zegt dat dit beleid waarschijnlijk niet wordt uitgevoerd met de werkelijke hoop het beleid van de EU te veranderen, maar dat het "interne moeilijkheden" binnen het blok zou kunnen versnellen, en zo zou kunnen leiden tot "regeringsveranderingen in een aantal Europese landen", die "meer gericht zullen zijn op binnenlandse aangelegenheden."

Met andere woorden, Rusland hoopt dat het afknijpen van de gasleveringen genoeg pijn zal veroorzaken in Europa om de huidige Europese regeringen te vervangen door regeringen die minder geïnteresseerd zijn in het voortzetten van de oorlog in Oekraïne, en zich meer zullen toeleggen op het beëindigen van de brandstoftekorten en het aanpakken van de economische crisis in eigen land.

Wat we zien is dat de grootmachten, in plaats van elkaar met kogels te bestrijden in een rechtstreeks conflict, proberen hun macht uit te oefenen met economische middelen. Geen van beide partijen trekt zich iets aan van de gevolgen voor de gewone mensen.

Interne moeilijkheden in Duitsland

Reeds vóór het uitbreken van de oorlog zag het er op economisch vlak niet goed uit voor Duitsland. Door de druk op de mondiale bevoorradingsketens als gevolg van de coronapandemie is het BBP in de laatste drie maanden van 2021 gekrompen. De economische vooruitzichten zijn nu nog somberder.

De topman van 's werelds grootste chemiebedrijf BASF heeft gezegd dat als de levering van Russisch gas zou worden beperkt (of stopgezet), dit "de hele economie van Duitsland" zou kunnen verwoesten. Uit de laatste cijfers blijkt dat de inflatie in juli 8,5% bedroeg. Door de extra druk op de consumenten daalden de detailhandelsverkopen met het hoogste jaarlijkse percentage sinds het begin van de metingen in 1994. Op basis hiervan hebben de kapitalisten hun vooruitzichten aangepast en ligt het ondernemersvertrouwen op het laagste peil sinds de eerste maanden van de pandemie.

Duitsland, dat afhankelijk is van de export, is bijzonder kwetsbaar voor eventuele problemen met de wereldhandel. Door de COVID-gerelateerde blokkades in China is de uitvoer naar dat land in de laatste 12 maanden met 3,9% gedaald. Tekorten aan halfgeleiders en kabelbomen die in Oekraïne worden gemaakt, treffen ook de auto-industrie die een zeer belangrijk onderdeel van de Duitse economie vormt. In totaal meldde 73,3% van de fabrikanten vorige maand bevoorradingsproblemen.

De Duitse heersende klasse maakt zich echter vooral grote zorgen over de vermindering (of stopzetting) van de gasstroom uit Rusland. Martin Brudermüller, de topman van 's werelds grootste chemiebedrijf BASF, heeft gezegd dat, als dit zou gebeuren, het de "hele economie" van Duitsland zou kunnen vernietigen en de ergste economische crisis sinds 1945 zou kunnen veroorzaken. Sommige van de belangrijkste industrieën in de Duitse economie zullen zonder voldoende gasvoorziening eenvoudigweg niet kunnen functioneren.

BASF, bijvoorbeeld, zegt dat indien de gasleveringen zouden dalen tot minder dan de helft van het normale niveau, zij de machines voor de productie van stoffen die worden gebruikt voor medische en voedingsmiddelen volledig zouden moeten stilleggen. Maar indien de ovens voor de productie van glas moeten worden stilgelegd, betekent dit dat het gesmolten glas zal beginnen te stollen, waardoor de machines in de toekomst onbruikbaar worden. De glasindustrie kan niet zomaar naar believen aan en uit worden gezet, en hetzelfde geldt voor een aantal andere sectoren.

Tot overmaat van ramp droogt ook de Rijn op. De rivier is een cruciale waterweg voor het vervoer van kolen, olie en gas en voor de koeling van motoren. Het waterpeil nadert een punt waarop de doorvaart van binnenschepen onmogelijk wordt. Dit had niet op een slechter moment kunnen gebeuren en zal de energiecrisis nog verergeren.

Wankelen op de rand van de afgrond

Op dit moment balanceert de Duitse economie op de rand van de chaos. Een regeringsadviseur heeft een krimp geraamd tussen de 3% van het BBP (als de Russische energie gemakkelijk kan worden vervangen) en 12% van het BBP (als Duitsland de Russische energie niet gemakkelijk kan vervangen). Ira Joseph, een energieconsultant, zei dat: "… de prijzen zo hoog zijn dat we niet echt weten hoe de economie of de vraag zal reageren." Zoals de Bundesbank heeft uitgelegd, is het uiterst moeilijk om het potentiële effect op de economie te meten, omdat de economische modellen moeilijk de mogelijke domino-effecten kunnen weergeven die door een onderbreking van de energievoorziening kunnen worden teweeggebracht. Commerzbank wijst op het risico van een "kettingreactie met niet te voorziene gevolgen."

De wereldeconomie is een complex systeem van verschillende elementen die allemaal op elkaar inwerken en met elkaar interageren. Als één schakel in de keten wordt beschadigd, kan kwantiteit omslaan in kwaliteit en kunnen de gevolgen veel groter zijn dan aanvangkelijk werd gevreesd.

Een van de gevaren is dat de druk op de energiemarkten een "Lehman-effect in het energiesysteem" teweegbrengt, zoals Habeck heeft gewaarschuwd. Duitsland heeft al een financiële injectie moeten geven aan het energiebedrijf Uniper. Het bedrijf kreeg slechts 40% van zijn contractueel vastgelegde gas en was dus gedwongen gas te kopen op de veel duurdere markt om de levering aan zijn klanten op peil te houden. Op een bepaald moment verloor de onderneming 35 miljoen dollar per dag.

Afgezien van de vrees voor het komende jaar, is er onder velen van de Duitse heersende klasse een existentiële angst aan het ontstaan. De angst is niet alleen voor een tijdelijke stillegging van de industrie. Dat zou een aanzienlijk effect hebben, maar kan wel overwonnen worden. De vrees is dat de Duitse industrie, een uiterst belangrijk onderdeel van de Duitse economie, in feite niet meer concurrerend zal zijn op de wereldmarkt. Als dit het geval is, kan er een snelle desindustrialisering van het land volgen.

Verschillende serieuze strategen van de Duitse heersende klasse hebben deze vrees geuit en nu al zegt 16% van de industriële ondernemingen dat zij op de hogere prijzen zullen reageren door de productie te verminderen of sommige bedrijfssectoren gedeeltelijk op te geven. Andere, zoals het chemiebedrijf BASF bijvoorbeeld, overwegen hun productie te verplaatsen naar waar deze goedkoper kan zijn, zoals China, Turkije of het Middellandse Zeegebied.

Duitsland bevindt zich in een situatie van stijgende kosten en een dalende vraag. Voor een economie die op export gebaseerd is, is dit een zeer slechte situatie om in te verkeren. We zien nu al dat Duitsland voor het eerst in meer dan 30 jaar een tekort heeft op de handelsbalans van goederen.

Sommige bedrijven trachten aardgas te vervangen door andere brandstoffen zoals aardolie. BASF, een van deze bedrijven, wijst er echter op dat de "voorwaarde" hiervoor is "dat er voldoende stookolie beschikbaar is." Een plotselinge uitbarsting van de vraag naar olie (waarvan Rusland ook een van de grootste producenten ter wereld is) zal de prijs van deze grondstof ook doen pieken.

Maar zelfs als Duitsland in staat zou zijn alternatieve brandstoffen te vinden, dan nog is de rol van gas als grondstof veel moeilijker te vervangen. De grootste staalproducent van het land, ThyssenKrupp, heeft gas nodig om zijn hoogovens te laten draaien, terwijl bedrijven in de chemische industrie het nodig hebben om chemicaliën te maken die van koolwaterstoffen zijn afgeleid. Jorg Rothermel van de Duitse sectororganisatie voor de chemische industrie beweert zelfs dat slechts 2-3% van het verbruikte gas kan worden vervangen door alternatieve brandstoffen zoals steenkool of olie.

De chemische industrie biedt werk aan meer dan 1 miljoen mensen. Maar om de gevolgen te begrijpen die een crisis zou kunnen veroorzaken, is het niet voldoende alleen naar die sector te kijken. H&R is een gespecialiseerde chemieproducent. De president-directeur heeft gezegd dat, voor hen, "gas in wezen onvervangbaar is". Het bedrijf zelf is een grote producent van wassen, emulsies, petroleumgelei, kabelcompounds en motoroliën. Deze worden gebruikt in een groot aantal industrieën, van de farmaceutische industrie tot de levensmiddelenindustrie.

Ook Henrik Follman, het hoofd van chemieproducent Follman Chemie, heeft gezegd dat als zij geen gas krijgen:

"...de raffinaderijen zullen stoppen, dan zal de chemische industrie stoppen en de hele Duitse industrie zal stoppen."

Hij wijst erop dat zij chemicaliën leveren aan de hout- en meubelindustrie. Martin Brudermüller, de algemeen directeur van BASF, wijst erop dat als de productie in hun fabriek in Ludwigshafen zou worden stopgezet:

"...er geen auto's, geen geneesmiddelen en vele andere dingen niet meer zullen zijn."

Ook Henrik Follman, het hoofd van chemieproducent Follman Chemie, heeft gezegd dat als zij geen gas krijgen:

"...de raffinaderijen zullen stoppen, dan zal de chemische industrie stoppen en de hele Duitse industrie zal stoppen."

Hij wijst erop dat zij chemicaliën leveren aan de hout- en meubelindustrie. Martin Brudermüller, de algemeen directeur van BASF, wijst erop dat als de productie in hun fabriek in Ludwigshafen zou worden stopgezet:

"...er geen auto's, geen geneesmiddelen en vele andere dingen niet meer zullen zijn."

Verandering in bewustzijn

Er is een wanhopige poging gedaan om de bevolking voor te bereiden op wat komen gaat. Robert Habeck heeft gezegd dat de mensen "hun steentje zullen moeten bijdragen", terwijl voormalig president Joachim Gauck de Duitsers opriep om "te bevriezen voor de vrijheid". Aangezien het, zoals The Guardian opmerkt, onmogelijk is om het gasverbruik van ieder individu te controleren, zal het verbruik alleen worden beperkt door de prijzen te verhogen. Duitsers zullen dus gedwongen worden te bevriezen voor de vrijheid van het VS-imperialisme om te handelen zoals het wil.

Op dit moment vindt ongeveer de helft van de Duitsers dat de regering Kyiv moet blijven steunen, ondanks de stijgende energiekosten. Toen hen in april werd gevraagd of ze bereid waren te "bevriezen voor vrijheid", was echter slechts 24 procent het daarmee eens, wat weinig verrassend is. Aanvankelijk, wanneer de gevolgen nog grotendeels moeten worden gevoeld en de chauvinistische stemming op zijn hoogtepunt is, kan een oorlog een sfeer van nationale eenheid scheppen. Maar wanneer de economische gevolgen zich doen voelen, kan dit omslaan in zijn tegendeel. Wat in Duitsland wordt voorbereid is een almachtige sociale explosie.

Daarnaast zijn er voorstellen voor de Duitse industrie om "de door gas gevoede 'illusie van concurrentievermogen' van zich af te schudden." Bedrijven als BASF wordt aangeraden over te stappen van het verkopen van zaken als kunstmest naar het aanbieden van bemestingsdiensten. Dit is een argument voor de desindustrialisering van Duitsland. Het kan worden voorgesteld als een mooie, vriendelijke, 'groene' overgang. Maar wie in de roeststeden van de VS, Groot-Brittannië of Frankrijk woont, weet wat een dergelijk beleid in werkelijkheid betekent: een enorme aanslag op de levensstandaard van de arbeidersklasse.

Leon Trotski heeft ooit gezegd dat het niet noodzakelijkerwijs een verlaging van de levensstandaard op zich is die radicalisering veroorzaakt, maar de instabiliteit die gepaard gaat met overgangen van hoogconjunctuur naar laagconjunctuur, die mensen uit elk mogelijk conservatisme schudt. De toekomst die voor de massa van de Duitse bevolking in het verschiet ligt, bestaat uit torenhoge rekeningen, druk op de lonen en massale werkloosheid. Vroeg of laat zal deze snelle verandering een even snelle radicalisering van het bewustzijn teweegbrengen.

Nu al leeft ongeveer een kwart van de Duitsers in zogenaamde energiearmoede. Dit zal echter nog veel erger worden. De regering plant een toeslag om de extra kosten van gas te "spreiden" en zal ook Uniper, het door haar geredde bedrijf, in staat stellen extra kosten aan haar klanten door te berekenen. De rekeningen, die naar verwachting in het najaar aan de huishoudens zullen worden doorberekend, zouden met 200% kunnen stijgen, wat voor elk eenpersoonshuishouden neerkomt op een extra 2.700 euro per jaar. Deze extra kosten zullen de arbeidersklasse tot actie dwingen. Mensen zullen moeten vechten voor loonsverhogingen en voor actie van de regering, alleen al om het hoofd boven water te houden.

Deze conclusie wordt getrokken, niet alleen door marxisten, maar ook door de kapitalisten, hun strategen en hun vertegenwoordigers. Frans Timmermans, de vicevoorzitter van de Europese Commissie, zegt dat de Europese landen dreigen af te glijden naar "zeer, zeer sterke conflicten en strijd". Marcel Fratzscher, hoofd van het Duitse Instituut voor Economisch Onderzoek, wijst op het gevaar van een "sociale tegenreactie", en Annalena Baerbock, de minister van Buitenlandse Zaken, waarschuwt voor "volksopstanden". Welkom in het nieuwe ‘normaal’.

 

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken