Marxisten worden er regelmatig van beschuldigd irrationele vooroordelen te hebben tegen de kapitalistische klasse. We moeten toegeven dat wij het inderdaad niet echt appreciëren dat miljoenen mensen honger lijden in de onderontwikkelde landen terwijl een handvol extreem rijke miljardairs in feite beslist over het lot van de wereld.

In de ontwikkelde kapitalistische landen moeten veel arbeiders en bedienden elke dag vechten om de eindjes aan elkaar te knopen, om de huur of de hypotheek te betalen, om de rekeningen te betalen en om hun kinderen eten te geven. Ondertussen geven de superrijken hoge bedragen uit aan zinloze luxe. Maar spelen deze rijke bedrijfsleiders ook geen nuttige rol in het productieproces? Zijn zij het niet die verondersteld worden de ‘grote risico’s’ te nemen en daarom hun hoge inkomsten verdienen? Dat zijn enkele mythen die ze naar ons hoofd slingeren wanneer we de schandalige ongelijkheid binnen dit systeem te berde durven brengen.

Nochtans lijken deze rijke individuen dubbele standaarden te hanteren als het aankomt om te beslissen over hún inkomsten. Aan de arbeiders wordt gevraagd opofferingen te maken wanneer het economisch slechter gaat. Zij worden gevraagd hun lonen te matigen als de winsten dalen. De bazen houden ook van productiviteitsovereenkomsten, namelijk de arbeiders krijgen een bonus als ze meer produceren. Als ze minder produceren, dan gaan hun lonen uiteraard omlaag.

Enkele dagen geleden bracht de ‘rebellie van de aandeelhouders’ over de voorgestelde gigantische uitbetaling van Glaxo’s topmanager, de dubbele standaarden van de bazen aan het licht. Vorig jaar steeg de gemiddelde betalingsovereenkomst van de managers van de top honderd van Britse bedrijven met een ‘onooglijke’ 1,73 miljoen Britse pond (= 2,43 miljoen euro!). Dit betekende een gemiddelde stijging van 9 procent, driemaal het inflatieniveau. De laatste jaren beogen alle akkoorden tussen het patronaat en de vakbonden om de lonen onder of ten hoogste gelijk met de inflatie te houden. Er zijn ook veel productiviteitsovereenkomsten getekend. Niettemin daalde de beurswaarde van deze top honderd van bedrijven met een kwart en de winsten vertraagden eveneens.

Een recent onderzoek van de Britse krant The Independent toonde aan dat er een structureel patroon is van topmanagers die aanzienlijke inkomensstijgingen verwerven, terwijl de aandelen van hun bedrijven kelderen. Dat heeft bij veel aandeelhouders een bittere nasmaak nagelaten, wat uiteindelijke leidde tot de zogenaamde ‘rebellie van de aandeelhouders’. De grootste rebellie ging over de kwestie met hoeveel de uitbetaling aan Jean-Pierre Garnier, de chief executive van GlaxoSmithKline, mag stijgen. Met een kleine marge stemden 50,7 procent van de aandeelhouders tegen het voorstel om meneer Garnier buiten te laten gaan met iets tussen de 21 en 32 miljoen euro als hij ontslagen wordt. Geen slechte ontslagpremie! Wij vragen ons af wat meneer Garnier zou vertellen als de Britse brandweerBritse brandweer zo’n uitbetaling zou vragen. Uiteindelijk zijn hun risico’s wel wat groter dan die van topmanagers, niet? Maar misschien vertekenen onze marxistische vooroordelen onze visie. Meneer Garnier speelt duidelijk een meer cruciale rol!

Er staan nog andere eerbiedwaardige heren in het onderzoek van The Independent. Neem bijvoorbeeld het geval van Sir Peter Bonfield, de vroegere chief executive van British Telecom (BT). In slechts drie jaar hebben de investeerders in dit bedrijf hun winsten zien ineenstuiken met een verbijsterende 70 procent. Het vaardige management van Sir Peter verhoogde de schuld van BT tot niet minder dan 42 miljard euro. Gezien dit fiasco werd aan Sir Peter vriendelijk gevraagd om plaats te maken… maar niet zonder een gouden handdruk van 4,2 miljoen euro! Een andere ‘captain of industry’, Lord Browne of Madingley, de chief executive van British Petroleum (BP), heeft ook moeite gedaan om het investeerdersvertrouwen op te krikken. De aandelen van BP zijn de laatste drie jaar gedaald met een kwart. Niettemin ontving hij vorig jaar een luttele 6,9 miljoen euro in lonen, bonussen (zijn productiviteit is blijkbaar gestegen) en bijdragen aan zijn pensioenfonds. En dit in tijden dat de meeste gewone werkende mensen te horen krijgen dat hun pensioenfondsen niet in staat zullen zijn om voldoende pensioen uit te betalen als ze de gezegende leeftijd bereikt hebben.

Het rapport verschaft een lijst van topmanagers en het ‘inkomen’ dat ze ontvingen vorig jaar. Alleen al tien van hen ontvingen bijna 30 miljoen pond (42 miljoen euro), een gemiddelde van 3 miljoen pond per persoon (meer dan 4 miljoen euro). Ieder van hen leidt een bedrijf dat gigantische dalingen van de aandelen noteerde onder hun beleid. Daarover werd overal schandaal gesproken, zelfs de Britse Liberalen waren woedend. Hun woordvoerder bij Handel en Industrie, Vince Cable, wees erop dat “het niet alleen oneerlijk is maar ook enorm demotiverend voor werknemers die slecht betaald worden, lijden onder onzekerheid en hun rechten verliezen.” We zouden dit als volgt kunnen vertalen: “Het getuigt niet van goed beleid om zulke kwistige betalingen te publiceren. Dat zet de werkende klasse aan tot woede. Bijgevolg kan je zulke zaken beter verborgen houden.”

Hoewel sommigen ons opnieuw ervan zullen beschuldigen vooroordelen te hebben tegen rijke stinkerds, kunnen we het bovenstaande zeggen omdat niemand – noch aan de top van deze bedrijven, noch in de overheid – hier iets aan zal doen. De overheid heeft elke wetgeving uitgesloten die zulke betalingsniveaus zou beperken. Ze willen eerder vertrouwen op ‘vrijwillige beperking’.

Opnieuw kunnen we de vergelijking maken met de brandweer. Prescott heeft het idee geopperd om de brandweer te dwingen een overeenkomst te aanvaarden als ze door zouden gaan met hun stakingen. Dus terwijl er kennelijk geen haast is bij het in toom houden van ‘inflatoire loonsverhogingen’ voor de rijken, mogen arbeiders en bedienden een andere behandeling verwachten.

Trouwens, indien iemand zou denken dat de ‘rebellie van de aandeelhouders’ bij Glaxo een soort ‘democratisering’ in het bedrijfsbeheer betekent, willen we eraan herinneren dat de stemming “slechts adviserend” was. Zoals altijd worden de echte beslissingen aan de top genomen. Aangezien dit een beschamende zaak was, heeft Glaxo aangekondigd het weelderige bedrag dat ze meneer Garnier wilden uitbetalen, te reduceren. Niettemin benadrukten ze dat het niveau van zijn betaling nog steeds hoog moet zijn, of in hun eufemistische bewoording “competitief”. Anders wordt hij misschien verleid om een beter betaalde job ergens anders aan te nemen…

Het punt dat we willen maken, is dat er geen ‘rechtvaardig kapitalisme met eerlijke lonen’ kan bestaan. Het systeem is erop gericht de winsten te maximaliseren en enkelingen te verrijken. Dat is de natuur van het systeem. Het kan niet anders zijn. Bijgevolg kunnen we deze pertinente onrechtvaardigheid alleen maar wegwerken door heel het systeem weg te werken. Ontsla alle chief executives. Nationaliseer de grote bedrijven en plaats ze onder democratische controle en management van zij die er werken. Dan zou de stemming echt tellen!