Interview met Brecht Vandermeiren (ACOD Spoor Brussel) tijdens de algemene staking van 29 maart. Interview afgenomen door Leo en Abdullah.

Vonk: Waarom nemen jullie als spoorwegpersoneel en dus werknemers bij een publiek bedrijf, deel aan een staking van voornamelijk de privé sector?

Brecht: Sinds 2017 is de wet op de loonnorm aangepast, ze werd verstrengt onder de regering Michel. Daardoor werden ook de autonome overheidsbedrijven, Bepost, Belgacom, Proximus, de NMBS en zo betrokken.

Dus als wij onderhandelingen voeren (iedere sector doet dat) kunnen ook wij niet meer vragen dan die 0.4 procent die de loonnorm eigenlijk oplegt, da’s het maximum, het plafond. Twee jaar hadden we onderhandelingen waar we 1,1 procent vroegen zoals in de privé, maar toen zijn die onderhandelingen afgesprongen. We hebben nog gestaakt op het eind van 2019 en er was dan de bedoeling de onderhandelingen opnieuw aan te vatten, maar toen kwam covid en zijn die onderhandelingen dus opgeschoven naar dit jaar. Ondertussen zitten we met die nieuwe loonnormen en daarom vragen we voor ons personeel dus meer dan 0.4 procent.

Wat vinden jullie dan van die 0.4 procent, wat is jullie opinie over die kruimels eigenlijk?

Het is inderdaad niet veel, zo goed als niks. De spoorwegdirectie gebruikt nu het argument dat ze inkomsten gederfd hebben en dus niks kunnen geven, buiten misschien een fietsvergoeding of misschien maaltijdcheques die verhoogd worden, maar we willen dat de bruto wedde eens verhoogd wordt. Het is al geleden van 2007-8, als ik mij niet vergis, dat we een substantiële gewone loonopslag hebben gekregen, dat is dus sinds de bankencrisis. Ondertussen zijn er altijd argumenten geweest om geen loonopslag te geven. Soms kregen we andere voordelen, altijd in ruil voor productiviteitsverhogingen en nu sluiten we ons aan bij de kameraden in de privé om dezelfde eisen naar voor te schuiven.

Welke eisen stellen jullie?

Bij ons werkt nog steeds een groot percentage statutair personeel en dat willen we in de eerste plaats zo houden. Nu zie je meer en meer een tendens om contractuelen met precaire arbeidscontracten aan te werven, die zijn niet zo zeker van hun job natuurlijk. Vooral in de werkplaatsen, ateliers en ook aan de loketten is dat een groot probleem. Gelukkig is het rollend personeel nog steed statutair benoemd, maar onze eerste eis is dus behoud van statutaire tewerkstelling, kwalitatieve tewerkstelling.

Onze tweede eis is naar koopkracht toe, we hebben twee jaar geleden 1,1 procent opslag gevraagd. Die gesprekken zijn afgesprongen, die eisen liggen terug op tafel. Een andere eis is het behoud van een goeie werk-privé balans; dat er rekening gehouden wordt met de uren en we niet nog flexibeler en meer polyvalent ingezet worden.

We zijn overal in Brussel geweest, er was goed gemobiliseerd. Wat zien jullie als vervolg van deze actie?

We zijn zeer tevreden van de brede mobilisatie van militanten. We hebben de mensen ingelicht over die loonnormen, we hebben veel gesprekken gehad, ook al zijn het nu moeilijke tijden natuurlijk. In mei starten de onderhandelingen in onze sector. De meesten zijn nu al gemobiliseerd en dat willen we ook zo houden.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken