Overal ter wereld hebben vrouwen nog steeds geen gelijke rechten. In België bijvoorbeeld verdienen vrouwen op jaarbasis 21% minder dan mannen en besteden 9,5 uur extra per week aan huishoudelijke taken. Seksisme en geweld op vrouwen blijven een probleem, dat in alle lagen van de bevolking en op alle plekken in de samenleving voorkomt. Over de hele wereld gaan rechtse en ultrarechts krachten erop vooruit, wat de rechten van de vrouwen en LGBTQIA+ groepen nog meer in gevaar brengt. Maar vrouwen zijn niet alleen slachtoffers, ze zijn vooral meer en meer actieve voorvechters van hun rechten. Sinds een paar jaar zien we wereldwijd vrouwen opstaan en terugslaan.
De centrale eisen van 8 maart
Ook in België werd het vrouwenfront versterkt met de oprichting van Collecti.e.f 8 maart. Op hun initiatief kwamen, sinds 2019, elke 8e maart tienduizenden vrouwen in actie tijdens de internationale stakingsdag. Ook dit jaar roepen ze alle vrouwen (=genderminderheden en iedere persoon die zichzelf als zodanig ziet of zich hierin herkent) op om op 8 maart niet te werken, noch voor hun werkgever, noch voor het huishouden. Om zich te mobiliseren om hun rechten op te eisen, om hun onzichtbare werk zichtbaar te maken en te protesteren tegen de ongelijkheid.
Het Collecti.e.f schuift verschillende eisen naar voren. Eerst en vooral is er een grote herinvestering nodig in de kinderdagverblijven en de openbare diensten, die al vele jaren kreunen onder de besparingsgolven. Zowel de werkneemsters als de gebruikers van de voorzieningen luidden de noodklok, de werkdruk is ondragelijk. Ze zijn ook tegen de nieuwe Europese begrotingsregels die nieuwe besparingen tot gevolg zullen hebben. Ze eisen een hoger minimumloon, het behoud van de automatische indexering en de afschaffing van de loonnormwet van 1996, zodat loononderhandelingen terug mogelijk worden. Er moet tevens een einde komen aan de wildgroei van onzekere contracten die enkel sociale dumping met zich meebrengt. Tot slot willen ze meer budget voor de preventie van seksistisch en seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen, evenals serieus onderzoek naar de omvang van het probleem.
Ze linken ook heel correct het probleem van seksueel geweld aan de moeilijke sociale situaties waarin veel vrouwen zich bevinden: gevangen in onzekere arbeidscontracten, onzekere huisvesting, weinig toegang tot zorg en tot hun rechten, weinig mogelijkheden om hun woonplaats of de gewelddadige partner zomaar te verlaten.
Patriarchaat en kapitalisme samen bestrijden
De strijd voor gelijkheid is echter niet enkel een kwestie van gender. Het is ook een klassenkwestie. De natuurlijke bondgenoot van de vrouwen zijn de mannen uit de arbeidersklasse en niet de burgerlijke vrouwen. Van vrouwen zoals de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, minister Zuhal Demir en Liesbeth Hoomans moeten we geen steun verwachten. Integendeel zelfs, toen ouders en kinderverzorgsters actievoerden in het Vlaamse parlement voor betere kinderopvang, beet Hoomans hen toe:
“Als ik kinderopvang nodig heb, dan breng ik mijn kinderen naar hun papa, waarom doen jullie dat ook niet?”
Deze dames en hun CEO-vriendinnen verdedigen hun eigen klassenprivileges. Als zij het hebben over gelijkheid, verwijzen ze naar hun recht om op gelijke voet te staan met de mannelijke kapitalisten. Om samen de werknemers, mannen én vrouwen, uit te buiten. Pariteit in de directiekamer verandert niets aan het lot van de vrouwelijke arbeiders en bedienden.Waar bleven de Belgische vrouwelijke ministers en CEO’s toen de Delhaiziennes moedig de strijd aangingen tegen de opsplitsingen van Delhaize in mini-bedrijfjes met veel slechtere arbeidsomstandigheden? Ze gaven niet thuis, ze zijn enkel bezig met het doorbreken van “het glazen plafond” om toegang te krijgen tot het topmanagement.
De strijd tegen het patriarchaat gaat volgens ons hand in hand met de strijd tegen het kapitalisme. Vrouwen strijden niet om dezelfde slechte werkomstandigheden als hun mannelijke collega’s te bekomen. We vechten samen om een einde te maken aan slechte werk- en leefomstandigheden voor iedereen. Het kapitalisme kunnen we enkel omverwerpen met de gezamenlijke kracht van vrouwen en mannen. Zo moeten we ook komaf maken met het patriarchaat in samenwerking met de mannen.
Voor een échte algemene staking
Het ABVV (Socialistische arbeiders en bediendenvakbond) en ACV-Puls (christelijke bediendenvakbond) hebben een interprofessionele stakingsaanzegging ingediend voor 8 maart. Dat houdt in dat alle werknemers, zowel mannen als vrouwen, die willen staken “gedekt” zijn door hun vakbond en een stakingsvergoeding krijgen. Dat is goed, maar onvoldoende. Het wordt veel te veel overgelaten aan het individu in kwestie, die zich moet informeren en zelf melden dat zij/hij tot actie bereid is. De staking riskeert in deze omstandigheden vooral een symbolische actie te worden. Een échte 24-uren staking is nodig: daarmee bedoelen we een algemene werkonderbreking van de productie, in fabrieken, kantoren, winkels, transport…enz. Om het patronaat en de regering te tonen dat het menens is. We moeten in de eerste plaats zoveel mogelijk vrouwen mobiliseren, met de actieve steun van zoveel mogelijk mannen. Een eerste stap op de broodnodige weg van vrouwen- en klassenemancipatie!