Internationaal

"Ze veranderen werk in slavenarbeid (bij Olympic Airways). We geloven niet dat de arbeiders en bedienden van Olympic slaven zullen worden." Met deze woorden vatte Manolis Patestos, de belangrijkste vakbondsleider bij Olympic Airways, de reactie van de arbeiders tegen het zwaar bezuinigingsprogramma van de sociaal-democratische regering Simitis naar aanleiding van de devaluatie van de drachma samen.

Met de goedkeuring op 22 mei ll. van het bereikte "historisch" vredesakkoord over Noord-Ierland , gaf 71,12% van de plaatselijke bevolking vooral uiting aan hun wil een einde te maken aan decennia van sektarisme, geweld, intimidatie en verloren levens. Kan dit akkoord echter vrede brengen?

Tijdens het schrijven van dit artikel bereikte ons via het Internet het fantastische bericht dat president Suharto van Indonesië is afgetreden. Dit is een zeer belangrijke overwinning voor de arbeidersklasse in heel de wereld. Weinig despoten kwamen aan de macht op basis van een bloedbad zo omvangrijk als datgene wat Suharto’s veiligheidstroepen aanrichtten tijdens en onmiddellijk na zijn staatsgreep in 1965. Weinig dictators sloegen zo’n groot gat in de sociale en politieke geschiedenis van een land. Toen we in 1988 het land bezochten was zelfs de minste toespeling op politiek tijdens een gesprek met Indonesische studenten voldoende om deze nochtans zo gastvrije, vriendelijke en joviale mensen te zien verstrakken en schichtig om zich heen te zien kijken. De Indonesische studenten en arbeiders zijn dan ook van zeer ver moeten terugkomen om deze prachtige overwinning te behalen, die tussen alle retrospectieven, herdenkingen en debatten door, veruit de schitterendste ode is aan de revolte van mei ’68. De strijd voor een democratisch en socialistisch Indonesië is daarmee natuurlijk nog lang niet gestreden: met het aantreden van voormalig vice-president Habibie tracht het Indonesische establishment zich te stabiliseren door een Suharto regime zonder Suharto, waarin het gewicht van de militairen zelfs nog toeneemt. Maar toch werd een belangrijke veldslag gewonnen. Tijd dus voor een bilan.

Van de euforie na de val van het stalinisme blijft niet veel meer overeind. Sindsdien is de situatie op wereldvlak ingrijpend veranderd. De huidige periode vertoont fundamentele verschillen met de periode van relatieve stabiliteit en "vrede" die ontstond door de opdeling van de wereld tussen de twee grote machtsblokken, VS en USSR. De huidige periode vertoont dan ook meer gelijkenis met de situatie van honderd jaar geleden dan met de periode van kapitalistische groei tussen 1948 en 1974. De enorme veranderingen creëerden de voorwaarden voor grote instabiliteit in belangrijke delen van de wereld. De crisis in Irak, die we in het vorige nr. van VONK uitvoerig behandelden, is daarvan een symptoom. Maar het verscherpen van de crisis in de Balkan omvat gevaren die potentieel nog veel groter zijn.

Manilla, juli 1997 . Het is regenseizoen op de Filippijnen en dat gaat niet ongemerkt voorbij. Een wolkbreuk zet de straten van de hoofdstad binnen de vijf minuten blank op een er grondige manier: straatventers trachten ijlings hun waar in veiligheid te brengen met gammele fietsen en karretjes, kniediep in het water, hun gerafelde T-shirts en shorts (de "nationale klederdracht" van de Filippijnen) doorweekt. Het regenwater weet niet waarheen te stromen, want de legendarische en zo vaak bezongen Manilla Bay met haar vlammende zonsondergangen is niet meer: drooggelegd ten bate van het zoveelste megalomane vastgoedproject waar alleen de superrijke Filippijnse oligarchie beter van wordt.

Nor Andino is een consortium van de Belgische energieholding Tractebel in Zuid-Amerika. Het levert elektriciteit aan de grote verbruikers in het noorden van Chili, zoals de kopermijnen. Daar het Chileense bedrijf Endesa besloten heeft om een pijplijn voor transport van aardgas te bouwen van Argentinië naar Chili, verwacht Nor Andino zware concurrentie.

Voor het eerst sinds de massale werkloosheid een permanent gegeven is geworden in Frankrijk is er een beweging van de werklozen van de grond gekomen over het hele land. Deze beweging is er ook in geslaagd de hand te reiken aan de vakbeweging.

De barmhartige ongerustheid van de internationale media voor de "geestelijke" gezondheid van de mensheid en van de Cubaanse bevolking in het bijzonder is echt ontroerend. Ondanks het "evangelisch" karakter van het Pausbezoek werd het snel duidelijk dat het Vaticaan van de gelegenheid gebruik wenste te maken om het regime de les te spellen over het gebrek aan democratie en mensenrechten.

Het heeft geen haar gescheeld, of Bagdad was opnieuw onder een bommentapijt bedolven geweest. Dat hierbij vele onschuldige slachtoffers zouden gevallen zijn, werd zelfs toegegeven door de Amerikaanse administratie. Natuurlijk zou het niet hun fout zijn geweest, maar die van Saddam Hoessein die de Amerikanen en hun "bondgenoten" geen andere keus zou gelaten hebben dan zijn land in vuur en vlam te steken. Dat het uiteindelijk zover niet is gekomen heeft verschillende oorzaken. Niet zozeer de diplomatieke talenten van Kofi Annan zijn verantwoordelijk voor het uitblijven van geweld, maar wel de ongunstige krachtsverhoudingen in binnen- en buitenland voor een gewapend treffen. Kofi Annan onderhield tijdens zijn onder-handelingen met de Irakese auto-riteiten trouwens continu contacten met Madeleine Albright, wat aantoont dat ook de Amerikaanse regering wanhopig op zoek was naar een diplomatieke oplossing. Eens de oorlogsmachine op gang was gekomen, was ze moeilijk te stoppen. Enkel een volledige capitulatie van Saddam Hoessein voor de eisen van de VN kon Washington nog van een te groot gezichtsverlies redden. Hoe dan ook, met hun militair machts-vertoon in het Golfgebied hebben de Amerikanen niet alleen Irak, maar de hele wereld één zaak duidelijk willen maken: "Wij zijn de baas op planeet aarde, en ieder die niet naar onze pijpen danst weze gewaarschuwd." En deze boodschap was vooral gericht aan de zogenaamde Derde Wereld, waar de kapitalistische crisis onvermijdelijk nieuwe sociale en politieke omwentelingen zal inluiden.

Trouwe lezers van dit blad weten dat we als marxisten steeds het internationalisme hoog in ons vaandel dragen. We onderhouden dan ook nauwe contacten met gelijkgezinden in een steeds groter aantal landen over heel de wereld. Mexico is er daar één van.

De voorzitter van de AFL-CIO, John Sweeney, heeft met z’n bezoek aan Mexico een nieuwe koers ingezet. Buiten een ontmoeting met de Mexicaanse president Zedillo had hij ontmoetingen met onafhankelijke vakbondsfederaties zoals de Nationale Vakbond van Arbeiders, wat toch veel belangrijker is.

Subcategorieën